

De plannen voor een boek nemen stukje bij beetje vastere vormen aan, wat maakt dat ik zo zeker mogelijk van mijn zaak moet zijn als ik over mijn blootfoto’s beweer dat ze van anonieme privéfotografen zijn.
Wat ik in het geval van het boven- en onderstaand portret van een getatoeëerde vrouw al een poosje vermoedde, lijkt na enig speurwerk te worden bewaarheid: ze zijn gemaakt door Bernard Kobel zelf òf op zijn minst afkomstig uit diens nalatenschap als verzamelaar. Helemaal duidelijk wordt dat niet wanneer je op internet op zoek gaat naar de persoon, want hij zag er geen been in om stiekem foto’s van derden te reproduceren en die vervolgens onder zijn eigen naam opnieuw in circulatie te brengen.

Laatstgenoemde twee beroepen had hij in zijn vaders studio eind jaren veertig al in één broodwinning gecombineerd met een handeltje in foto’s van onder anderen freaks, mismaakten, kermis- en circusartiesten, vrouwelijke worstelaars, pin-ups, oorlogsslachtoffers en Highly Tattooed Men,Women. Op de cover van Exile on Main Street van The Stones is een aantal van die human oddities uit Kobels catalogus afgebeeld, schrijft specialist en blogger in het genre Jim Linderman hier.
Bernard Kobel verkocht die plaatjes op kermissen, beurzen en via allerlei sleazy magazines en hield er, thuis in Clearwater, een enorme backoffice op na om het overzicht te kunnen bewaren op zijn fotografische santekraam. Zijn archief ‘Wonders that Mother Nature has Craved Out on the Human Body’ telde alleen al 907 foto’s en was gerubriceerd op de namen en afwijkingen van de betreffende geportretteerden. De catalogus van getatoeëerden omvatte ten minste 1325 en volgens een andere bron meer dan 1700 negatieven en beschrijvingen van al die paradijsvogels afzonderlijk.
Na Kobels dood verwierf zijn rariteitenkabinet een bescheiden cultstatus, die het tot op de dag van vandaag heeft behouden. Op veilingen worden er hoge prijzen voor betaald. Van de serie Highly Tattooed Men,Women verscheen in 2015 een boekje met een selectie daaruit, dat wellicht hier nog op de kop kan worden getikt.
In The Tattooed Lady: A History stelt Amelia Klem Osterud dat veel getatoeëerde vrouwen die in Kobels catalogus werden opgenomen hiervan geen weet hadden. De ontdekking dat een intieme foto van ze zonder hun toestemming was gedupliceerd en onder ogen van vreemden was terechtgekomen, heeft onder de betrokkenen achteraf dan ook tot nogal wat ‘hurt’ geleid, schrijft ze. Het heeft er Klem Osterud noch een aantal Amerikaanse musea overigens van weerhouden om ook een aantal discutabele foto’s uit de boedel van Kobel respectievelijk in haar boek en in hun historische collecties op te nemen.
Enfin, zelf bezit ik de twee hierbij geplaatste tattoo-foto’s, waarvan het dus ook dubieus is of ze van de hand van een anonieme amateurfotograaf en later door Kobel gekopieerd zijn, dan wel authentieke portretten van hemzelf. Ik overweeg nu om in dat nog te verschijnen boek over de geschiedenis van de blootfotografie een appendix toe te voegen waarin ik over een stuk of wat mysteries in het genre, zoals dit, nog eens mijn licht laat schijnen. Een paar curiositeiten extra kan de verzameling nog wel hebben.
En, over mysteries gesproken: zijn dit eigenlijk wel getatoeëerde vrouwen?! Ik maak me toch sterk dat we kijken naar dames die zich voor korte duur hebben laten beschilderen. Dit samen met het feit dat die schildering op hun borsten is aangebracht en ook tamelijk kinderlijk is, versterkt mijn indruk dat ze zo toch niet in de sideshows op de Amerikaanse plattelandskermissen zullen hebben opgetreden. Anderzijds: áls Kobel ze als privéfoto’s had gejat, hoe wist hij dan dat op deze portretten ‘Ingrid Carruth’ en ‘Helen’ zijn te zien? Hoe kwam hij bovendien aan mogelijk hónderden van die privéfoto’s? Ik heb deze raadsels nog niet opgelost.
Coffee Pot in Winston-Salem Don, the Drinking Dog
Ik heb ook drie andere foto’s (meer precies: vlakbeeldnegatieven van de technische camera) van Bernard Kobel aangeschaft. Een van slangenbezweerster Miss Babs en twee journalistieke foto’s, zodat hij niet enkel als King of Freaks in de herinnering blijft. Als fotograaf verleende hij immers ook diensten aan gevestigde periodieken als The British Journal of Photography, Indiana History Bulletin, Canadian Geographical Journal en The Professional Photographer.
Bijgevoegd zijn de envelopjes met daarop getypt de gegevens waarmee Kobel negatieven als deze placht te archiveren. Ze zijn voor dit verhaal afgedrukt door Herman Koning van Cameraherstelpunt, die me bij het ophalen van mijn bestelling meegaf dat het wel erg beroerde opnamen zijn voor een beroepsfotograaf met een technische camera. Ergo: Bernard Kobel zal ook voor deze foto’s niet van zijn luie reet in de studio zijn gekomen. Ik reken het hem, meer dan honderdvijftig dollar lichter, met terugwerkende kracht ernstig aan, maar kan er tegelijk ook best wel om grinniken.
Zeventig jaar na dato nog eens in het pak worden genaaid door de man die de wereld foto’s als die van de ‘vrouw met de drie borsten’ én de coverfoto’s op Exile on Main Street naliet – het heeft toch best wat.
Links: ‘July 18, 1949 Miss Babs, the snake charmer, Ringling Circus, 1949, with Reptile/from Paul Hadley, Philadelphia Pa’ [noot: dus hier kennelijk met bron van herkomst]
Midden: ‘Coffee Pot… Largest 7/23/3.. This stands at Winston Salem, N.C. and was used before the civil war by run away slaves as a hideout. Chamber of Commerce Winston-Salem, N.C.’
Rechts: ‘Beer Drink Dog 9../29/33. This dog (“Don”) a 200 pound St. Bernard dog belonging to William Boyd, Manoa Inn, Manoa, Pa., likes his 3.2 and is allowed 6 steins per day. It is just an old habit with him as his tast for hoppy drinks was established when a pup– but then his appetite had to be content with near beer.’
Lees ook Ingrid bij de openhaard met poedel