Storytelling met de Biederers

In het Parijs van de jaren twintig en dertig opereerden vier fotostudio’s die in huidige kringen van verzamelaars als toonaangevend in de erotische fotografie van die periode worden beschouwd. In voorgaande stukjes schreef ik al over couturier Jules Richard en zijn partner Nativa (naar verluidt een van zijn naaisters). Onder de merknaam Yva Richard verkochten die twee , behalve badmode, vooral fetisj-lingerie waarin Nativa menigmaal zelf poseerde, terwijl Jules op diens beurt vaak de foto’s nam. Ze werden geplaatst in de postordercatalogi die het paar naar klanten stuurde, maar de opnamen (eerst relatief dure zilvergelatine drukken, later RPPC’s: Real Photo Post Cards) konden door liefhebbers ook los van een zending broekjes, corsetten, kousen en rijglaarsjes worden besteld.

Tegelijkertijd met de Richards waren in de Franse hoofdstad ook de Joodse gebroeders Biederer in hetzelfde fotografische genre actief. Afkomstig uit Moraska-Ostrava in Tsjechië verhuisden Jacques en Charles Biederer begin twintigste eeuw op jonge leeftijd naar Parijs, waar ze zich met hun firma Ostra (afgeleid van hun geboorteplaats) specialiseerden in glamour-shoots van enorme vrouwelijke bilpartijen, van sm-uitspattinkjes en anderszins pikante proeven van storytelling. Zo trok het duo er ook ’s nachts op uit om het fotografische stripverhaal van heksensabbats in het Bois de Boulogne met de camera te kunnen vastleggen.

Om uit handen te blijven van de censor signeerden de Biederers hun werk nooit. Pas in 2007 ontdekte verzamelaar en uitgever Alexandre Dupouy dat een omgekeerd driehoekje met daarin een vraagteken het logootje van hun studio was. In slechts tien gevallen vond hij (in het nationaal foto-archief in Parijs) foto’s waar op de achterzijde ‘Biederer – Paris’ stond vermeld. Maar ook als die twee verwijzingen op foto’s ontbreken, herkent Dupouy de smaken en stijlen van Jacques en Charles toch wel, zo schrijft hij City of Pleasure | Paris between the Wars (Korero Press, 2019). De enscenering, het decor, het licht, de accessoires, de kadrering, de keuze van de modellen, en het papier dat voor de afdruk werd gebruikt: in alles ziet hij de hand terug van de Biederers.

De foto hierboven maakt ook deel uit van dat oeuvre en is er zeer waarschijnlijk een uit een reeksje van twee of meer. Ik zag tenminste een ander exemplaar in het aanbod van een handelaar waarin dezelfde leerlinge in hetzelfde klaslokaal een pak slaag krijgt van haar boze juffrouw. Als pseudo-huiskamergeleerde dacht ik ten behoeve van dit stukje ook nog even haarfijn te kunnen beschrijven waaraan die afstraffing was verdiend, maar dat maakt het krijtbord toch niet helemaal duidelijk.

In het verzamelen van Biederers/Ostra ligt verder mijn belangstelling geloof ik niet *). Maar mooi vind ik hun fotografie wel degelijk. Om het met Dupouy te zeggen: hun nalatenschap is eerder artistiek en hier en daar ook tamelijk humoristisch dan dat het als vulgair of te expliciet kan worden bestempeld. Het is trouwens slecht afgelopen met de mannen. Nadat eerst Jacques in de oorlogsjaren naar Auschwitz was afgevoerd, werd op 25 juni 1942 ook Charles erheen gedeporteerd. Hij stierf op 15 augustus in dat concentratiekamp.

Volgende keer meer over het werk van die twee andere Parijse spelers in het erotische fotografiegenre van de Annees Folles: Grundworth en Diana Slip.

*) Alexandre Dupouy schrijft dat foto’s van de Ostra-studio voor hun eigen catalogi tevens door de Richards zijn gebruikt , dus wie weet duiken ze ook hier nog op als het Yva Richard-oeuvre weer ter sprake komt.