Onze man in Parijs

Nativa

Ja, dus. Klopt. Ineens een paar heel a-typische foto’s op dit blog. Voortekenen dat er nieuwe wegen worden ingeslagen. Zeven jaar achtereen waren er hier alleen snapshots en serieus bedoelde naaktstudies van anonieme amateurs te zien. In meerdere opzichten van het woord was dat een gloedvol genre om me in te verdiepen, en mezelf kennende zal ik het onderwerp voorlopig (ook hier) nog niet helemaal kunnen laten rusten. Maar ondertussen weet ik me als verzamelaar toch ook al weer langere tijd geboeid door historische fotografie van een wat andere orde.

Mijn smaak en belangstelling hebben zich gaandeweg bijvoorbeeld verlegd naar het werk van (professionele) fotografen in het interbellum. Meer in het bijzonder: naar de fotografie waarmee het Parijs van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw (de Années Folles) met de camera werd vastgelegd.

De nalatenschap van Brassaï, André Kertesz, Willy Ronis en Robert Doisneau hoef ik op deze plek natuurlijk voor geen enkele fotografieliefhebber meer te herontdekken. Wel verbeeld ik me dat ik een eeuw na dato nog op minder bekende foto’s en verhalen over de toenmalige ‘hoofdstad van de wereld’ kan stuiten die de moeite waard zijn om hier over het voetlicht te brengen.

Café du Progrès, Montmartre (onbekende fotograaf)

Er zullen in hun tijd per slot van rekening toch heel veel meer (beroeps)fotografen zijn geweest die door min of meer hetzelfde Parijs hebben gedwaald als bovengenoemde grootheden. Het alledaagse Parijs van de straat, de boulevards en Les Halles, maar ook dat van de cafés, de bistrots, de restaurants en de clubs. Het Parijs van de bohémiens, de kunstenaars en de musici van Montparnasse, Montmartre en Saint-Germain. En niet vergeten het Parijs van de maisons closes en de flaneurs, en dat van de glamour en erotiek.

Ik ben in mijn nieuwsgierigheid daarnaar de afgelopen jaren hevig aangestoken door onder meer het boek Het Andere Parijs van de Amerikaanse schrijver en universitair docent Luc Sante, en door de enorme fotocollectie en het daarover bijeen geschreven oeuvre van de Franse verzamelaar Alexandre Dupouy; ik heb ze beiden al een aantal keren genoemd op dit blog.

Hoewel ik me dikwijls genoeg heb afgevraagd waarom ik zelf nog eens in hun grote schoenen, en die van andere Parijs-kenners, zou willen stappen (er zijn alleen al duizenden boeken over die stad in de periode tussen de twee wereldoorlogen verschenen), kon ik toch de verleiding niet weerstaan om in de voetsporen te treden van alle schrijvers en fotoverzamelaars die me hierin vooraf zijn gegaan.

Als verklaard amateur maak ik de roads ahead op dat terrein waar het mij uitkomt wel wat breder. Zo kocht ik een paar maanden terug ook gewoon een aantal Franse foto’s die van de jaren tien dateren, zoals ik er ook al wat heb uit de jaren veertig en vijftig. Sterker nog: ik loop verder gerust uit de pas door van tijd tot tijd ook grenzen over te steken. Ik zal op deze site dus ook nog een verhaal plaatsen over de levensloop van de Britse Lady Cadogan, van wie ik een portret uit begin 1900 aanschafte.

Dat is natuurlijk het mooie van bloggen, en ook van een persoonlijkheid als de mijne: niet strikt noodzakelijk voor één gat te vangen, en anything goes, zolang het maar enigszins over fotografie blijft gaan.

Yva Richard

Bon, zoals de Parijzenaars zeggen. Over naar de handvatten waar je in een lange bijdrage als deze dan echt wat aan hebt: de portretten die erbij zijn gepubliceerd. Het zijn opnamen van de Parijse studio van Jules Richard, die ze in de Années Folles eerst gebruikte om er klanten voor zijn lingeriemerk (Yva Richard) mee te lokken, maar dankzij die foto’s uiteindelijk beroemder (en waarschijnlijk rijker) werd dan door het luxe, opwindende ondergoed dat ze aanprezen.

Minstens even beroemd werd de vrouw die voor veel van die foto’s poseerde: een naaister uit Richards atelier, die luisterde naar de naam Nativa. Ze was niet alleen de muze van Jules Richard, maar ook met hem getrouwd en mogelijk tevens zijn zakenpartner.

Ik ben me, voor zover de geldelijke middelen het toelaten, gaan toeleggen op een bescheiden verzameling van foto’s uit de archieven van Yva Richard, en kom daar binnenkort uitgebreider op terug wanneer het boek over de geschiedenis van het merk uit Frankrijk is gearriveerd. Alexandre Dupouy schreef het. Ja, die weer. Maar zoals eerder al gemeld: het is niet anders, ik sta als beginnende Parijs-verkenner vooralsnog helemaal achteraan in de rij.