Ik heb me voorgenomen met het verzamelen van blootfoto’s te stoppen wanneer de tentoonstelling For Your Eyes Only (september 2020-januari 2021, Kunsthal Rotterdam) eenmaal achter de rug is. De collectie verbreden en verdiepen zou anders zo maar tot een persoonlijk faillissement kunnen leiden, aangezien ik nu al jarenlang elke dag wel weer nieuwe foto’s op veilingen zie die ‘in het geheel eigenlijk niet kunnen worden gemist’.
Ik vond laatst bijvoorbeeld echt voor het eerst een foto van een bruid die haar trouwjurk optrok om de kousenband daaronder aan haar fotograaf te tonen. Indachtig de wijdverbreide (westerse?) traditie om je voor een huwelijksvoltrekking met zo’n stukje lingerie van je aantrekkelijkste kant te laten zien, zou je denken dat er honderden, duizenden van zulke amateurfoto’s zijn gemaakt. Maar ik ben er tot voor kort dus nooit ook maar eentje zoals deze hieronder tegengekomen (het is een portret van ‘Heather’ staat op de achterkant ervan, en het komt uit de VS).

Enerzijds fakkelt zo’n vondst het plezier en de ambitie weer volop aan om door te gaan op de ingeslagen weg: het in kaart brengen van de ‘hele’ cultuurgeschiedenis van de blootfoto. Anderzijds is er dus die al genoemde hobbel: de investering die zo’n exercitie vergt. Daarbovenop blijkt het ook lastig om een en ander als boekuitgave gepubliceerd te krijgen. De uitgeverij waarbij ik het project vorig jaar heb ondergebracht, heeft me recent laten weten dat de financiering alsnog problemen oplevert. De subsidie-aanvraag bij een van de grootste Nederlandse cultuurfondsen is afgewezen. De reden ervoor moet ons nog per brief worden medegedeeld, al kun je gevoeglijk aannemen dat het onderwerp ze kennelijk niet highbrow genoeg is.
Enfin, ik ben al heel blij dat de verzameling dadelijk wel in haar volle glorie vanaf eind van de zomer in de Kunsthal te zien is, en als daar alsnog (ooit) een boek op volgt, beschouw ik dat maar als mooi meegnomen. De reacties van mijn volgers op FB, op Instagram en hier op dit blog wijzen er alvast op dat heel veel museumgangers wel degelijk naar de presentatie van de collectie uitkijken. Heel erg bedankt nu al daarvoor!

De kop van dit stukje heeft met al die voorgaande alinea’s niets te maken natuurlijk. Die dekt pas de lading die hier nu volgt. De drie zwartwitfoto’s hierboven komen – opnieuw – uit Hongarije; ik betrok de voorbije jaren aardig wat snapshots uit dat land, en dan ook steeds van dezelfde verkoper. Als het geen negatieven of dia’s betreft, dan zijn het bovendien foto’s die alle uit hetzelfde album lijken te zijn gehaald. Alle dragen ze namelijk plakresten van hetzelfde dikke, zwarte papier.
Mogelijk dus dat mij verkoper Laszlo uit Boedapest ooit een enorme stoet vriendinnen van ‘m heeft geportretteerd en die ingeplakte blootsouvenirs nu per stuk aan liefhebbers van het genre verkoopt. Of, ook best aannemelijk: misschien dat half Hongarije in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw over fotoalbums met zwart papier beschikte en ook nog eens een ‘nationale’ erotische liefhebberij deelde.
Ik heb het adres van waaruit Laszlo zijn foto’s verstuurt wel eens opgezocht via Google Streetview. Het heeft er alle schijn van dat dat vanuit een soort cultureel instituut of dan toch een monumentaal stadsappartement gebeurt, wat mijn nieuwsgierigheid naar de man en zijn voorraden nog veel groter maakt.
En dat maakt dan weer dat ik regelmatig door de gedachte word besprongen dat ik eigenlijk nog helemaal niet klaar ben met dit project. Zo iemand als Laszlo moet ik, journalist zijnde, toch gaan interviewen om een vinger te krijgen achter het verhaal van deze niet te stelpen, Hongaarse aanvoerlijn?

Eenmaal in de buurt wil ik dan ook nog graag naar voormalig Oost-Duitsland, omdat de blootfotografie daar minstens zo typisch was. Nog veel meer Oostblok, en in al haar onbevangenheid absoluut uniek in het genre. Er moeten nog veel amateurfotografen en hun vrouwen leven die wat over hun hobby en het toezicht daarop van het communistische regime zouden kunnen vertellen.
In het al voltooide manuscript van het boek For Your Eyes Only wijd ik aan de Oost-Duitse ‘Welle’ een hoofdstuk onder de titel ‘Herr Schnappschuss’. Een aparte paragraaf over de wat frivolere Hongaarse aanpak achter datzelfde IJzeren Gordijn zou in dat deel van het boek bepaald niet misstaan. Maar goed, feit is en blijf voorlopig dat dat boek voor Nederlandse geinteresseerden vooralsnog van geen of te weinig cultureel belang wordt geacht, of dat de inhoud allicht veel te politiek-incorrect is. Vanaf september zullen we zien of de ontvangst van de tentoonstelling het tegendeel kan bewijzen.