Een engel in de woonkamer

Anoniem, vintage portret van een jonge vrouw, aangekocht van een Franse handelaar. Het dateert uit het Belle Epoque, het tijdvak waarin professionele fotografen maar ook rijke amateurs (toen nog synoniem aan connaisseur) zich nadrukkelijk opwerpen als makers van kunst.

Omgekeerd schakelen dan ook schilders van het penseel over op de camera. Sommige van hen gebruiken het allengs goedkoper geworden gereedschap alleen voor voorstudies in de natuur of op het atelier. Andere wijden zich voortaan volledig aan de fotografie, al is het maar omdat er veel sneller geld mee valt te verdienen.

Al deze instappers hebben met elkaar gemeen dat hun werk stilistisch en thematisch sterk op de schilderkunst blijft leunen. Veel foto’s lijken nog in alles wat het laatnegentiende-eeuwse publiek ook al mooi vond op olieverfdoeken. Landschappen en idyllische taferelen bij een bosmeertje blijken door een lens net zo robuust of paradijselijk te kunnen worden vastgelegd als vanachter een ezel. Portretten blijven afgedrukt op papier of dun karton even ongenaakbaar en sereen als op het schilderslinnen.

In het formele naaktgenre onderscheiden beginnende en gevorderde fotokunstenaars zich in twee scholen. Die van de studiofotografen, die hun modellen vereeuwigen in een decor van tapijten, deftig meubilair, muziekinstrumenten, bloemstukken en oriëntaalse snuisterijen. En die van de beroepsgenoten én geestdriftige hobbyïsten, die zich toeleggen op de pure schoonheid van de blote vrouw, al dan niet in haar ‘natuurlijke omgeving’.

Wie in het fin de siècle zijn boterham in het nog jonge vak al in deze jonge bedrijfstak kan verdienen, neemt zijn model hiervoor mee naar een aards en liefst ook sprookjesachtig paradijsje buiten de stad. Op hun beurt maken de connaisseurs er in hun eigen huis of eigen erg gewoon het beste van.

Zoutdruk uit begin vorige eeuw of zelfs van oudere herkomst.

Bloot poseren voor foto’s levert in die jaren al voor een onbekend aantal vrouwen aardige neveninkomsten op. Kort na de uitvinding van de daguerrotype, in 1839, verschijnen de eerste erotische en pornografische plaatjes al massaal in de illegale handel, met Parijs als het centrum ervan.

Tegen betaling zijn met name prostituées bereid om zich in allerlei standjes en in het gezelschap van klanten te laten fotograferen, maar ook onbekende aantallen dienstmeisjes en vrouwen uit de lagere en middenklassen zijn er volgens schriftelijke bronnen toe over te halen. Uiteindelijk gaan zelfs de moeders en dochters uit de betere kringen uit de kleren, zij het dan met edeler motieven en in een heel andere tijdgeest dan die van de decennia daarvoor.

Eva in het paradijs ofwel ‘één met de schepping’ in de beste pictorialistische traditie

In het Belle Epoque, dat historisch gezien tot aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog duurt, is het in artistieke en intellectuele milieus ineens tamelijk bon ton om ‘een te worden met de schepping’.

Onder invloed van antroposofen als Rudolf Steiner, de pictorialisten en symbolisten in de schilderkunst en hun evenknieën in de nieuwe kunstfotografie wordt naaktheid door de bovenlaag van de bevolking in Frankrijk, Duitsland en elders gelijkgesteld aan zuiverheid, onschuld en het verlangen naar een terugkeer naar de natuur. Hele gezinnen raken door dat nobele streven bevangen en willen er in hun vrijetijd ook naar leven.

Aanvankelijk komt dat ideaal in de fotografie van die periode tot uitdrukking in vaak heel ijle, dromerige foto’s waarop jonge meisjes, naakt en in een staat van volledige onthechting, door een woud lijken te zweven. Nimfen, engelen, sirenen en feeën uit een andere wereld. Menige fotograaf bedacht er terwille van het effect ook fauntjes en andere ‘oer’wezens bij. Daarnaast figureerden ook blote kleuters (als cupido’s) in zulke foto’s.

Van de gezichten van die afgebeelde tieners en twintigers valt weinig of niets af te lezen, het zijn peilloze, verinnerlijkte dieptes waarin ze verkeren. Het zijn, zoals het meisje op de bovenste foto, eigenlijk geen mensen meer als wel figuren.

Abandon noemen de Amerikanen deze even afwezige als hyperbewuste blik die poserende meisjes kunnen aannemen. Als je niet beter wist, zou je denken dat hun huidige leeftijd- en seksegenoten op Instagram allemaal over dezelfde oude fotoboeken beschikken.

Na de eeuwwisseling bevrijden diezelfde nimfen en hun fotografen zich dan stilaan weer uit dat etherische universum en ligt de weg open voor een net wat minder kitscherige pendant ervan: die van de Freikörper-cultuur en het daarin verankerde nudisme en naturisme, waarbij ook mannen zich als bij toverslag van hun beste (lees: atletische) kant laten zien.

In Nederland maakt de van oorsprong Duitse fabrikantendochter en huisvrouw Katharina Eleonora Behrendt begin twintigste eeuw een zelfportret dat emblematisch is voor de periode waarin het werd gemaakt. Zij, bloot en ten voeten uit in haar woon- of kleedkamer, terwijl de zelfontspanner zijn werk doet.

Duidelijk ‘een onafhankelijke vrouw die vrij is van schaamte’, schrijven Flip Bool en Carla van der Stap in een boek van Behrendt, die overigens – en ook weer geheel in de geest van de tijd – net zo gemakkelijk man en kinderen bloot voor de camera wist te krijgen.

Tegelijkertijd ontwikkelt ook de professionele naaktfotografie zich in een meer autonome en vrije richting. In de VS zet Alfred Stieglitz daarvoor de toon met de beroemde naaktfoto’s die hij van Georgia O’Keeffe maakt. Hij krijgt snel navolging van andere kunstenaars in Europa, waar steeds meer amateurs in het blootgenre hun eigen koers durven te gaan varen. Dankzij onder andere de Kodak-toestellen die vanaf 1890 in hoog tempo op de markt komen, kan er ook thuis en met de inzet van moeder-de-vrouw volop worden geëxperimenteerd.

Door alle wegen die ze daarbij inslaan, en de blunders die ermee vergezeld gaan, zijn ze van onschatbare betekenis geweest voor de fotografie, zo citeert John R. Stilgoe in Old Fields/Photography, Glamour and Fantasy Landscape de negentiende-eeuwse fotograaf Alexander Black: geen professional die het zich, zeker in dat eerste era van het toen nog kostbare medium, kon of wilde veroorloven om lekker maar een beetje aan te klooien in onder andere de blootfotografie.

Het genre dankt er zijn grote verscheidenheid en toegankelijkheid aan.