
Nooit gedacht dat het op deze manier nog eens allemaal bij elkaar zou komen. In het oog springende, oude blootportretten van vrouwelijke amateurmodellen interesseren me nu al een jaar of zeven, maar vanaf zekere dag ben ik daar stukje bij beetje ook wat snapshots uit de jaren zestig en zeventig van (geklede) dames met big hair en andere foto’s van markante vrouwen aan toe gaan voegen.

In de tussentijd wakkerde dan ook mijn belangstelling nog aan voor Franse professionele fotografen in met name het interbellum, terwijl ik me deze week ineens ook realiseerde dat ik er onder die vrouwenportretten nu al drie heb van snake charmers, waaronder deze bovenstaande van een Franse fotograaf.
Nu dan een stukje serendipiteit om het specifieke verhaal bij dit portret van ‘Miss This” te kunnen vertellen. Ik ontdekte nog maar onlangs dat ik in de verzamel-‘categorie’ Parijse fotografen van de jaren twintig en dertig toch ook zeker niet om Henri Roger-Viollet (1869-1946) heen kon.
Hij bouwde als fotograaf een indrukwekkend archief op van alle meer of minder historische gebeurtenissen waar hij bij aanwezig was, maar zijn naam leeft ook zeker voort dankzij de door zijn dochter Hélène en haar man Jean-Victor Fischer in 1938 opgerichte Documentation Photographique Général Roger-Viollet op nummer 6, Rue de Seine in Parijs. Het foto-agentschap bestaat nog altijd, het is het oudste van het land en het verkoopt (alleen) de publicatierechten van zo’n zes miljoen foto’s en andere beelddocumenten.
Dit portret van ‘Miss This’, zoals op de achterzijde is genoteerd, kon ik desondanks gewoon als een zilvergelatine print op een veiling kopen. Die achterzijde draagt zowel het stempel van de agence als van Henri zelf, waardoor het niet helemaal duidelijk is of deze nou ook echt de maker was van het portret. Uitgaande van het feit dat de eerste zilvergelatine drukken al in 1880 uit de donkere kamers kwamen, is het in elk geval goed mogelijk.
Enfin, ik dus blij dat ik ten minste één foto van Roger-Viollet in mijn bezit had. Was het aansluitend hooguit nog even online zoeken naar wie nou precies Miss This was. Een danseres uit het Parijse nachtleven allicht, of dan toch een actrice. Maar hoe ik ook googelde, althans digitaal is er niets over iemand onder die (bij)naam bekend.
Wat ik in de Google-sectie ‘afbeeldingen’ wél vond, waren enkele tientallen negentiende- en vroeg-twintigste-eeuwse missesses die met hun pluizenbollen allemaal sterk op haar leken.
Die ontdekking voerde me naar de wereld van de zogeheten Circassian Beauties, vrouwen die al 160 jaar geleden in onder meer het Amerikaanse Barnum Circus en ook in freak shows optraden als snake charmers, ofwel met een reptielen-act.
Met hun afrokapsels en hun exotische, tamelijk blote verschijning belichaamden ze indertijd de natte droom van veel mannen, aan wie per slot van rekening werd voorgespiegeld dat ze oog in oog stonden met het allermooiste schepsel dat de natuur had voortgebracht: de Circassiaanse vrouw. En een geboren concubine bovendien!
Hun reputatie zou al in de Middeleeuwen vele westerse scheepslieden en Arabieren naar het in de noordelijke Kaukasus gesitueerde paradijs van deze onaardse schoonheden hebben gevoerd teneinde er een stuk of wat als slavin of als trofee in een harem buit te maken.
Die mythe vond later in de kunsten, de poëzie en ook in de achttiende-eeuwse marketing een vruchtbare voedingsbodem. Zo kregen cosmetische producten op het etiket de bijvoorbeeld aanbeveling ‘Circassian’ mee.

In 1860 rook ook de Amerikaanse showman P.T. Barnum van het eerder genoemde circus dat er geld aan het bijgeloof viel te verdienen. ‘Barnum circulated a story that he sent one of his employees to find a Circassian slave for him to put on display, who only succeeded by disguising himself in Turkish garb and buying ‘Zalumma’ from the slave market, in order to save her from life in the harem’, schrijft mode-historicus Amber Butchart in een uitgebreid artikel over de Circassian Beauties.
Ondertussen rekruteerde hij overal vandaan vrouwen die voor een noord-Kaukasische beauty konden doorgaan en stuurde ze in zijn vaderland de piste in en de planken van zijn side shows op. En hoewel tot dan toe nog geen boerin in de noordelijke Kaukasus ooit was gespot met een afrokapsel, is het aan het Circassiaanse tableau de la troupe van Barnum te danken dat ze uitgedost met zulk moss hair (moshaar, zoals toen de aanduiding luidde) de geschiedenis in is gegaan.
Miss This is vooralsnog dus de onbekendste mosharige snake charmer uit de Barnum-stal. Jammer dat ik haar persoonlijke aandeel in de Circassiaanse sage (wie was ze echt, hoe is het met ‘r afgelopen?) niet verder kan uitdiepen. Maar daar staat tegenover dat me dat aan de hand van een portret van Lady Cadogan, een Britse reptielenbezweerder, wel is gelukt. Over haar de volgende keer.