
Alle mannen zijn hetzelfde. Dat zijn ze ook al heel erg lang. De bewijzen ervoor dienen zich vanzelf aan voor wie het spoor terug volgt naar de begindagen van de fotografie.
Na de beitel, het houtskool en de schilderskwast beschikte de vrouwenliefhebber vanaf 1837-1838 over een nieuw instrument waarmee hij haar schoonheid kon verbeelden. En anders dan bij al die eerdere gereedschappen het geval was, hoefde de kersverse amateurfotograaf niet per se over enig kunstzinnig talent te beschikken om toch zijn eigen Mona Lisa, zijn Olympia of Venus van Milo te kunnen creëren. Er was letterlijk niet meer dan een vingerknip voor nodig.
Talloze kerels verzekerden zich van zo’n handig apparaat naarmate het betaalbaarder en gemakkelijker in het gebruik werd. In de handen van al die enthousiaste amateurs werd het fototoestel ook niet een creatief werktuig alleen, maar fungeerde het in voorkomende situaties bovendien als wapen. Met de camera konden ze immers ook echtgenotes en verloofdes verschalken wier hoofd in het geheel niet stond naar poseren voor een meer of minder spannende foto, en die als zodanig daarom in het geniep op de plaat moesten worden gezet.

Onze antieke voorvaders waren hierin bepaald niet beschaafder en schroomvalliger dan de generaties blootfotografen na hen. Waar de kans zich voordeed, grepen ook zij ‘m. De glimp van een onderjurk, de vrouw des huizes in haar nachthemd, de onbedekte hals en enkels bij het baden: elke gelegenheid om zijn instinctieve opwinding om te kunnen zetten in een erotisch souvenir was er één.

Veel van dergelijke jachtfotografie zie je niet opduiken op veilingen, omdat er, zoals we allemaal weten, doorgaans geen portret van een geliefde bewaard blijft als zijzelf het onverbiddelijke standpunt heeft ingenomen dat ze daar totáál niet aantrekkelijk op staat.
Iedere huis-, tuin- en keukenfotograaf zal zodoende aan het eind van zijn leven meer foto’s níet dan wél van haar hebben. En kiekjes waarop ze in het geheel of gedeeltelijk ontklede staat als prooi werd gevangen, gaan om begrijpelijke redenen als eerste in stukjes en digitale snippertjes.

Ik kan als jager/verzamelaar/blootfotograaf flink meehuilen met de wolven in het bos, maar ja, het zijn toch háár eerbaarheid en zelfrespect die je te grabbel gooit wanneer zo’n snapshot tegen haar zin wél voor steelse blikken (en het nageslacht) wordt behouden. Maar ik moet dat keurige principe van me meteen ook weer ondermijnen, want zo leuk als het is om onbeholpen en daardoor aandoenlijke blootfoto’s te verzamelen, zo onweerstaanbaar blijft het om er een kleine nevencollectie van stiekeme blootfotografie bij aan te leggen.

Het sporadische aanbod erin is een trigger, maar ook de herkenbaarheidsfactor. Zij voor de spiegel bij het ochtendtoilet, en hij die dan van achteren opduikt met zijn camera. Zij op haar buik op het strand of op de ligweide, en dan ineens die schaduw van haar bewonderaar die over het zand of gras valt. Zij onder douche, of met een handdoek omgeslagen daar net onderuit; hij al tien minuten achter de deur op wacht om op het decisive moment met zijn camera te kunnen toeslaan.

Toegegeven, de vrouwen die hun blootfotograaf weer eens achter zich aan weten, reageren allemaal zichtbaar boos of op z’n minst geërgerd op zijn verschijning, maar ik schat dat ze niet heel lang op hem zullen hebben gefoeterd.
De klunzigheid die onlosmakelijk met de stiekeme blootfotografie is verbonden, zal daartoe bijdragen. Het is aaibaar voyeurisme, zeg ik alvast maar tegen mezelf. En die omschrijving kan nog eens van pas komen als mijn eigen jachtinstinct straks in en rond de badkamer weer eens de kop opsteekt.

Ik heb alleen de plaatjes gekeken. Het artikel lees ik later. Net als vroeger bij de Playboy.