Het Napels van Giorgio Sommer

Twee vroege triggers die me in de ban van vintage fotografie brachten, waren de zwartwit blow-ups die in Rotterdam respectievelijk het interieur van een designwinkel en een Italiaans restaurant sierden.

In de betreffende meubelzaak was, over de hele breedte van een wand, een dubbelportret aangebracht van twee jongetjes uit de jaren vijftig of zestig. In de inmiddels verdwenen trattoria Spaghettata op de Nieuwe Binnenweg werd een hele muur in beslag genomen door een nog iets ouder, korrelig straatbeeld van een onbekende stad of dorp in Italië. Toen ik ze een jaar of twintig geleden voor het eerst zag, wist ik dat ik zelf ook op zoek wilde naar historische foto’s met zo veel zeggingskracht.

Mogelijk dat ik tegelijkertijd ook al meteen met het idee speelde om me te specialiseren in de verkoop van prints van bijzondere fotografische vondsten. Afgezien van een handjevol grote afdrukken die ik voor particulieren liet maken, is van dat voornemen eerlijk gezegd tot dusver niet veel terechtgekomen. Hoewel me op onder andere eBay en het Oostenrijkse Meisterdrücke.com wel duidelijk wordt dat er best wat aan zo’n handeltje te verdienen valt, ben ik er kennelijk zelf niet voor uit het goede commerciële hout gesneden.

Maar wie weet komt het ooit alsnog van een bescheiden foto-antiquariaat, of van een on demand-shop voor kwalititeitsprints in heel beperkte oplages. En wie weet ook kan ik een restauranthouder (of welke liefhebber van antieke fotografie of van Italië dan ook) dan blij maken met deze albumine print van het dagelijks leven in een straat in Napels.

De foto werd tussen 1857 en 1888 gemaakt door Giorgio Sommer (1834-1914), een van oorsprong Duitse fotograaf die zich halverwege de negentiende eeuw in Napels vestigde. Hier runde hij, eerst alleen en later met zijn Duitse collega Edmund Behles, meerdere bloeiende fotostudio’s. Al bij leven bouwde hij een grote naam op met (carte de visite-)portretten en zijn fotografie van landschappen, Romeinse oudheden en steden. Sommers fotografie was ook aan Italiaanse hof geliefd: een tijdlang diende hij er als officieel fotograaf van koning Vittorio Emmanuel II.

De foto hierboven is opgenomen in zijn beroemde album Dintorni di Napoli, met meer dan honderd albuminedrukken van de alledaagse taferelen die hij in zijn woonplaats met zijn platencamera vastlegde. Ze werden daarnaast los, en in toentertijd grote oplages, als aandenken aan bezoekers van de stad verkocht. Op (online) veilingen wordt af en toe nog wel eens een foto uit zijn oeuvre aangeboden, maar dit vroege staaltje van street photography kwam ik nooit eerder tegen.

Terug tot Nativa

Ik kwam her en der in het veilingaanbod heus nog wel eens foto’s van Nativa tegen, maar kon ze de afgelopen maanden tamelijk gemakkelijk aan mijn neus voorbij laten gaan. Alle portretten in het oeuvre van Yva Richard (de baas en echtgenoot voor wie Nativa, werkzaam als naaister in zijn atelier, poseerde) zijn immers duur. Ik zag enkele vintage prints op een site voor 1500 Australische dollar aangeboden, en dat is eenvoudigweg te kostbaar voor de heel bescheiden verzamelaar die ik ben.

Toch, er blijven van die dagen dat ik er wel degelijk geld voor over heb om weer een ‘Nativa’ aan mijn collectie toe te voegen. Ik kocht deze Real Photo Post Card (RPPC) voor een acceptabel bedrag van iemand in Engeland en ben me er meteen weer sterk van bewust dat dit onherroepelijk mijn favoriete vrouw/sekssymbool uit het Parijs van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw blijft. Ik betrap mezelf regelmatig op de gedachte dat het lot me ongunstig gezind is geweest door me niet in die tijd en in die stad op de wereld te hebben gezet.

Heel veel dieper daal ik in die gedachte overigens niet af, hoor. Het is toch vooral de wat moederlijke uitstraling van Nativa die me, honderd jaar te laat, steeds weer terug tot haar brengt, haha. Weliswaar poseert ze op menige foto in sm-kleding en met zweepjes, maar ik vermoed nou eenmaal dat er een heel knuffelige, invoelende dame en een zachtmoedige ziel onder al dat lak, kant en leer verscholen ging.

Meer over Nativa lees je in de blog onder andere hier.

Jacky

Haar naam staat op de achterzijde van dit aandenken vermeld. Jacky Pirson uit de Rue de la Roche 21 in Herstal-Luik schoot in oktober 1945 in een schiettent op de kermis midden in de roos en won deze instant-foto als mooie herinnering eraan. Zij of een bekende van haar noteerde naam, adres en datum van de gebeurtenis voor alle zekerheid toch maar op het afdrukje.

Ik hoopte via Google wat meer over deze vrouwelijke scherpschutter te weten te komen en vond onderstaand portret uit 2013 op haar eigen Facebook-pagina. In ieder geval in dat jaar leefde ze dus klaarblijkelijk nog, want een enkele blik op die afbeelding is genoeg om te constateren dat de jonge vrouw in de shooting gallery en de dame op Facebook een en dezelfde persoon zijn. Ze moet al echt heel oud zijn geweest toen dat FB-portret van haar werd gemaakt, maar die arendsogen had ze toentertijd dus nog steeds.

Ik heb Jacky een vriendschapsverzoek gedaan om zo misschien wat meer over haar te weten te komen, al is de kans natuurlijk vrijwel nihil dat er nog een reactie van haar kant te verwachten valt. Vooropgesteld dat ze nog onder levenden is, schat ik dat ze nu rond de 95 jaar zou moeten zijn.

Hoe komt zo’n fotootje nou in omloop? Heeft ze zelf het ooit van de hand gedaan, of is het met opkopers met de boedel meegegaan toen na haar overlijden haar woning werd ontruimd? Het is de vraag die zich elke keer weer aan me opdringt als ik oude privéfoto’s koop die de makers en/of de personen daarop toch na aan het hart moeten hebben gelegen.

Tegelijkertijd besef ik ook dat lang niet iedereen evenveel waarde hecht aan fotografische herinneringen. Mijn eigen familieleden zijn al betrekkelijk onverschillig waar het op het vastleggen en bewaren van memorabele momenten aankomt, laat staan dat ze het boeiend vinden dat ik foto’s van anonieme anderen verzamel. Het feit dat het mij de afgelopen jaren daarbij vooral om vintage amateur-blootfotografie uit huis, tuin & keuken te doen was, heeft bij hen ook hooguit een enkel wenkbrauwtje doen fronsen.

Dan was de woede erover die in 2020 hier en daar bij de buitenwacht opstak dus wel andere koek. In de landelijke krant NRC verscheen zo een opiniestuk van een strijdlustige, jonge feministische wetenschapper die stelde dat ik me met mijn boek (For Your Eyes Only, uitgeverij Lecturis) en de gelijknamige tentoonstelling in de Kunsthal over het onderwerp aan ‘necrofilie’ schuldig maakte, en dat ik aan de schandpaal zou moeten voor misbruik van privéfoto’s die vrouwen ook lang na hun overlijden niet voor openbaarmaking bedoeld konden hebben.

In haar kielzog was er in de media hier en daar nog wel wat reuring over, en er zijn ook pogingen ondernomen om me te cancellen. In mijn eigen stad Rotterdam hingen nota bene posters met pornoplaatjes waarin mijn eigen hoofd was gemonteerd. Gelukkig was de ontvangst van het boek en de tentoonstelling verder overwegend positief. Er was ruim en zeer welwillende aandacht voor in het achtuurjournaal op de nationale televisie en ook in de kwaliteitskranten.

Mijn antwoord op de kritiek is dat ik de argumenten van opponenten best begrijp, maar dat ik bij het aanleggen van bedoelde verzameling eenvoudigweg een journalistieke afweging heb gemaakt: sinds de camera rond 1870 voor het eerst betaalbaar en gebruiksvriendelijk voor een groot publiek werd, is naaktfotografie (je eigen geliefde op haar verleidelijkst voor je lens; een uitgelezen kans om zelf ook tot een beroemde naaktfotograaf te kunnen uitgroeien!) ook onder amateurs een van de meest beoefende subgenres in het medium gebleven.

Ik was zo ongeveer de eerste ter wereld die dit subgenre, met al zijn verschillende en interessante vertakkingen en de invloed van de tijdgeest daarop, op journalistiek verantwoorde wijze in kaart wilde brengen. En ik meen dat ik mij met alle discretie, ernst en professionele zorgvuldigheid aardig van die taak heb gekweten. In mijn boek ga ik dieper in op alle do’s and don’ts die ik daarbij betrachtte, maar ik wil er hier dit nog over kwijt:

Was en is het nou wel zo dat gewone vrouwen die zich bloot of anderszins sexy of vrijmoedig lieten fotograferen dit strikt voor het genoegen van hun eigen vriend, verloofde of echtgenoot deden? De geschiedenis maakt wel duidelijk dat dat niet het geval is. Er hebben in de voorbije eeuw in elk geval in Europa bijvoorbeeld tientallen blaadjes bestaan waarin amateurfotografen en -modellen hun mooiste of spannendste poseersessies met elkaar deelden. Zoals er ook aanwijsbaar talloze pogingen van die liefhebbers zijn geweest om van zulke foto’s een bron van inkomsten te maken.

Tel erbij op dat het onder meer op Instagram nog steeds krioelt van de meiden die op dat platform niets anders willen dan dat je zo bloot mogelijk op hun selfies ziet, en je kan er de conclusie aan verbinden dat het kennelijk toch iets van alle tijden blijft: je als would be-pin up (om niet te zeggen als ‘lustobject’) aan volstrekte vreemden presenteren. In retrospectief kan ik me dan ook maar moeilijk voorstellen dat het merendeel van vrouwen op erotische foto’s daartoe door (hun) mannen zou zijn gedwongen.

Net zo min als ik me trouwens kan indenken dat al die honderdduizenden blootfoto’s die uit vroegere tijdsgewrichten bewaard zijn gebleven en nu andere op veilingsites kunnen worden aangetroffen ooit zonder medeweten van de makers of hun nabestaanden in het publieke domein terecht zijn gekomen. Ze zullen op zekere dag toch niet allemaal uit hun huizen zijn ontvreemd? En de gevolgtrekking van deze en gene dat de beschikbaarheid van al die foto’s alleen maar op de alomtegenwoordigheid van wraakporno kan duiden, is uiteraard lachwekkend. Heel woke, maar toch onzin.

Terug naar de foto van Jacky. Ik heb af en toe zin om ook een deelverzameling van foto’s van anonieme schutters op de kermis aan te leggen, benieuwd of ik een of meer van die directklaar-printjes van elk decennium in de twintigste eeuw kan vinden. Op sites als eBay, Delcampe en Etsy zijn in elk geval nog genoeg van deze fotootjes uit schiettenten op te duiken.

Ze moeten ook haast wel druk worden verzameld want de vraagprijzen zijn ernaar. Je bent al gauw een paar duizend euro of dollar verder als je ook in deze found photography-categorie gaat grasduinen. Nu ja, ik merk vanzelf wel wat er in 2022 aan vintage fotografie nog op mijn pad komt. Wie weet gaat het eerste verhaal van het komende jaar hier wel over mijn bezoek aan Jacky ;).

Barbra op Bora Bora

Twee dia’s die ik op eBay aanschafte omwille van de mooie kleuren en de spiegelingen op het wateroppervlak. Op een van de twee dia’s staat ‘Brabra lower’, voor zover ik het handschrift juist hebben kunnen ontcijferen. De vrouw die ze aan me verkocht, las daar ‘Bora Bora’ in. Zelf vermoed ik dat degene van wie deze opnamen ooit waren de naam Barbra gewoon niet helemaal juist spelde. En zo blijf je maar puzzelen bij het beschrijven van gevonden foto’s.

En erna dan een sigaretje

Foto’s van pin-ups in studio’s of van quasi-onschuldige cheesecakes in een al dan niet geënsceneerde huiselijke omgeving vind je op veilingen in duizendvoud, maar de klassieke vamp die er nooit op uit is om mannen te pleasen, vormt in hun aanbod een categorie apart. Ik zoek online met enige regelmaat naar portretten in dit genre en vaker niet dan wel blijkt het vergeefse moeite.

De femme fatale was allicht een construct uit het Franse en Duitse interbellum en later van Hollywood, want zeker in de privésfeer poseerden vrouwen voor de camera eerder schutterig, gewillig of op ronduit pornografische wijze dan, zeg, volstrekt soeverein en hard to get. Deze in Belgrado gekochte foto heeft die intrinsieke kwaliteit wel degelijk, en het lijkt bovendien een snapshot van een amateur dat onbedoeld uitpakte als een still uit een film noir.

De interpretatie dat zij hier op bed haar eerste sigaretje na een uurtje bandeloze seks opsteekt, is uiteraard geheel voor mijn rekening, al kan ik me voorstellen dat meer liefhebbers van vintage fotografie, van vamps, van roken en van erotiek op dezelfde gedachte komen.

Vader kan elk moment op de deur kloppen

Ik kocht deze foto van een handelaar in Duitsland, maar heb nog een andere reden om aan te nemen dat deze pin-up ooit daar werd geportretteerd. Er is wat mij betreft namelijk altijd wel iets vreemds aan de vintage erotische fotografie die er vandaan komt.

Dat de Oost-Duitsers er in de jaren dat ze tot het Warschaupact behoorden een volstrekt eigen stijl op nahielden, is op deze site al meermalen onder woorden gebracht. Maar over het grote geheel genomen onderscheiden álle opnamen van Duitse amateurs en beroepsfotografen zich wel op de een of andere manier van wat er in andere Europese landen en de VS zoal in dit genre werd gemaakt.

Wat de intentie van een Duitse fotograaf bij het verbeelden van lust ook mocht zijn – frivool, streng, geil, grappig, ‘frei’ in de natuur, ongenaakbaar of juist heel benaderbaar – die aanpak lijkt negen van de tien keer in niets op wat je in een Britse, Franse of Amerikaanse foto in één oogopslag wél kunt herkennen.

Frivoliteit is bij Duitsers aanmerkelijk veel ondubbelzinniger dan het geval is bij de subtielere én humoristische Fransen – denk aan de Tiroler seksfilms van de jaren zeventig. Prikkelend bedoelde snapshots van geliefden en girls next door werden in de BRD/DDR veelal in grauw zwart-wit geschoten, zoals ze ook anderszins weinig van de vrolijkheid en de nonchalanche hebben die de blootfotografie in huis, tuin & keuken van de Amerikanen typeert.

Ook in de commerciële en kunstzinnige Duitse naaktfotografie uit de vorige eeuw is de afstand die de afgebeelde vrouwen tot hun bewonderaars bewaren doorgaans onoverbrugbaar. Deze foto is er in meerdere opzichten een mooi voorbeeld van. Een liefhebber van SM móet wel worden afgeschrikt door de veronderstelde jonge leeftijd van het model, het meisjeskapsel en dat lieflijke blousje die mede daarom de nodige verwarring oproepen, en haar eenpersoonsbedje. Alleen de poppen erop ontbreken nog.

Dat ze bovendien loenst maakt deze erotische foto er ook al niet eenduidiger op. Eerder dan dat je er opgewonden door raakt, zul je die onschuldige, schrikachtige blik van ‘r proberen te ontwijken, of sterker: zou je in je verbeelding helemaal niet in dat kamertje van ‘r willen zijn. Haar vader kan per slot van rekening elk moment woest op de deur kloppen.

Heaven must have sent you from above

Ik had even geen titel voor boven dit stukje, dus gebruik dan die maar van het liedje waar ik tegelijkertijd naar luister (D’Angelo & Erykah Badu). Hieraan voorafgaand een nogal lange pauze genomen met publiceren op dit blog, net als trouwens met het aankopen van vintage foto’s. Er was en is nogal wat ander (betaald) werk te verrichten, vandaar.

Dit is een Grundworth uit ca. 1925, mijn laatste aanwinst, gekocht van een handelaar in Portugal bij wie ik de laatste jaren geregeld wat aanschafte. Ik ben zo vrij (en zo lui) om uit een artikel op transversealchemy.com te citeren wat er zoal over deze fotograaf (of over dit mogelijke collectief van fotografen) bekend is:

‘The anonymous “Grundworth” appears lost to history although hundreds of images dating from the 1890’s through the 1930’s are attributed to this unknown photographer, or collaboration of photographers. The photographs have been compared to contemporary artist Robert Crumb, with a fetish for big shoes and big butts. But the poses rise beyond mere titillation, representing the congruence of high and low art typical of the period when the medium was transitioning from “artist models” to honest smut.
A likely theory is that Grundworth was a pseudonym created from various photographers who wanted to create more lucrative and bawdy images while maintaining their standard lines of  more classical poses; an underground studio publishing anonymously could provide some protection against indecency charges.

‘The Swiss writer and photographer Serge Nazarieff is known to have handled some of the Grundworth negative plates, and postulated that the name may be an anagram of Albert Wyndham, a known photographer of the period who specialized in the artistic models. Grundworth and Wyndham used some of the same models, although this is hardly surprising. However, the pronounced variety in both technical expertise and composition in the many Grundworth sets combined with a span of almost 4 decades worth of published material makes it highly unlikely that the works could be attributed to a single artist. On the other hand, it is equally difficult to imagine how a collaborative effort of such magnitude could remain a mystery despite the number of historians and writers who have attempted to document it since then.

‘Academically, these photographs have been characterized as”…reflecting the breaking of social mores that divided classes and oppressed women…” In reality they were more likely simply designed to appeal to sexual instincts. Technically, however they represent superb examples of the genre, and despite their mysterious origins they have stood the test of time. The quality and sheer numbers of prints produced by this anonymous studio remain in circulation today, some of them fetching as much as $200 USD for a single original print.’

Het hele verhaal, inclusief pittige Grundworth-foto’s, vind je hier.

Backstage

Dubbelportret van een showgirl en een als clown geschminkte dwerg, afkomstig uit de Verenigde Staten en blijkens het stempel op de achterzijde gemaakt door Joel Jacobs uit Jackson Heights, New York. Er zijn veel Amerikanen van die naam te vinden via Google, maar ik zou deze foto aan niet één van hen durven toeschrijven. Uit welk tijdvak kan de foto dateren? Jaren vijftig, zestig? En dan gemaakt in een circus? Opvallend: de blokhakken en de steunkous die de vrouw respectievelijk over haar spitzen en haar fishnets heeft getrokken.

Sylt

Bezoekers van het Abessinien-strand op het Duitse Noordzee-eiland Sylt, foto vermoedelijk uit de jaren vijftig of vroege jaren zestig. Het is al sinds een eeuw officieus een strand waar je naakt mag zonnebaden, maar ook buiten het seizoen valt er dus wel wat te beleven.

Arlene (2)

Ik vond en kocht op de veiling nog een reeksje dia’s en een enkel mediumformaat zwartwit-negatief van Arlene en vrienden. In het stukje dat ik er eerder over hen schreef, baseerde ik mijn bewering dat het hier een tamelijk bijzonder clubje Amerikanen betrof op wat een van de verkopers (*) van de Arlene-dia’s erover vermeldde; namelijk dat ze een glimp werpen op de belevenissen van een foursome in de jaren zeventig.

Zowel mijn echtgenote als de voor een second opinion erbij geroepen overbuurvrouw gelooft daar niets van. Volgens beiden gaat mijn fantasie (en kennelijk die van voornoemde verkoper) weer eens met me op de loop, want op grond van het eerste gepubliceerde reeksje opnamen zou het naar hun idee hooguit om pyjama-party’s of vergelijkbaar onschuldige samenkomsten (in hotels en motels) zijn gegaan.

Mij lijkt daarvan absoluut geen sprake. Ik kan me tenminste maar moeilijk voorstellen dat je als vrienden van middelbare leeftijd alléén maar voor de gezelligheid met andermans partner in pyjama en/of sexy lingerie gaat liggen rollebollen – en dat nota bene op een bedbank.

Wat ik verder intrigerend aan het reeksje als geheel vind, is de statische en uniforme verslaglegging van de ontmoetingen tussen Arlene, haar veronderstelde echtgenoot (de oudste man met de snor), het bevriende jongere stel en de paar keer dat er ook een of meer andere mensen voor de lens van de camera verschenen.

Met name Arlene was een sfinx op de momenten dat ze zich bewust was van de camera en er ogenschijnlijk gelaten voor poseerde, maar ook in de paar bedscènes die bewaard zijn gebleven lijkt ze er met haar hoofd, hart en lijf nooit echt helemaal bij. De paar vakantiedia’s die nog altijd op online-veilingen van ‘r te koop staan, verraden evenmin of ze het op zo’n trip nou naar haar zin had. Ze zette bij elke gelegenheid hetzelfde uitgestreken gezicht op.

Opmerkelijk is dat ze, ook in de keuze van haar nachtgewaden, doorgaans tot in de puntjes verzorgd op de foto’s te zien is, maar zich klaarblijkelijk ook een candid-opname (zoals die ongekapt bij het ontbijt, en die met haar vriendin op bed) liet welgevallen. Mogelijkerwijs heeft de hoeveelheid alcohol die de sfeer op veel beelden mede bepaalt, ertoe bijgedragen dat Arlene wel eens uit die rol van sfinx viel, of zich niet helemaal meer van de camera bewust was.

Ik postte onlangs op Instagram een foto van Arlene met een verwijzing naar het eerste serietje dat ik op deze site had geplaatst. Ik kreeg een reactie erop van @secretlifeofnell die ook een aantal dia’s van Arlene in haar verzameling heeft, met inbegrip van een paar opnamen die waren gemaakt tijdens wat ik hier maar de wifeswap-sessies zal blijven noemen.

Een van haar volgers (@andrew.rickman.1614) zag een van die dia’s een paar maanden geleden op het account van @secretlifeofnell en liet haar toen weten dat ook hij een ‘Arlene’ bezit. Geplaatst in een groep van liefhebbers van mid century-fotografie op een Facebookpagina leverde ook dat weer een reactie van een volger op, die ik hier volledig uitschrijf, compleet met de taalfoutjes:

‘I knew this woman. Her name was Mrs Thompson, she was a only child of a wealthy familie that lived in River Forest IL. She loved to ballroom dance and 20 years ago I bought tons of her vintage costume jewelry pieces and still have some of them. She was 98 years old 20 years ago and still looked exactly like she does in that pic.’

Uit de correspondentie tussen Nell en Rickman begreep ik dat laatstgenoemde genegen was het (social media-)contact tot stand te brengen tussen de man of vrouw van wie bovenstaande boodschap afkomstig was. Mijn eigen verzoek aan Rickman om toegelaten te worden tot zijn privé-instagramaccount – om langs die weg ook de betrokken persoon te kunnen benaderen – leverde tot dusver niets op.

Daarmee wreekt het feit dat er in mij helaas geen echte onderzoeksjournalist schuilt, zich ook nu weer. Want natuurlijk had ik Nell virtueel allang aan haar jasje kunnen trekken om de opgedane informatie met mij te delen. Enfin, wie weet komt dat er binnenkort alsnog van.

Mijn eigen naspeuringen naar ene Arlene Thompson uit Illinois hebben in ieder geval tot nu toe dit opgeleverd: Er is inderdaad iemand van die naam in 1926 in Tampico geboren, op 118 mijl verwijderd van River Forest. Met haar eerste man Jack Garland, met wie ze vier kinderen kreeg, leefde ze op een boerderij in Harmon. In de jaren tachtig verhuisde ze vervolgens naar Florida, waar ze als manager in de zorg de verantwoordelijkheid droeg voor de gang van zaken in een aantal klinieken en andere medische faciliteiten.

Eenmaal met vervroegd pensioen verkaste ze later naar Las Vegas, waar ze haar tweede man, Henry Perger, ontmoette. Na diens overlijden keerde ze op aanraden van haar oudste dochter terug naar Illinois om er van de kleinkinderen te kunnen genieten en voor de hele familie quilts te vervaardigen. Het Shaw Local News Network, het platform van lokale media (waaronder The Prairie Advocate) waar ik deze gegevens vandaan heb, meldt verder dat deze Arlene veel van oude films hield, in het bijzonder van westerns, en dat ze als sinds haar zevende jaar een dagboek bijhield dat ze tot aan haar dood in 2012 bleef updaten.

Afgaand op het portret dat bij de necrologie van deze Arlene werd gepubliceerd (check dat zelf), kan het best dezelfde vrouw zijn geweest zijn als die op de dia’s. ‘Mijn’ Arlene zou zich ook zeker in Florida en Las Vegas thuis hebben gevoeld, schat ik. Maar het kost me bijvoorbeeld meer moeite om me mijn Arlene als een liefhebster van het vervaardigen van quilts voor de geest te halen. Terwijl ik ook twijfel of de Arlene van de dia’s pas 46 jaar was op de vroegste opname in mijn bezit (1972; onder andere die helemaal bovenaan). Ik meen toch vast te kunnen stellen dat ze indertijd al een stukje ouder was.

Het spoor naar Henry Perger liep via Google verder dood. Ik heb daarnaast geen tijd en zin om een en ander over hem te weten te komen op genealogieplatforms als MyHeritage. En ik waak er wel voor om de familie Garland te benaderen met de vraag of ik hier een match heb. Het is voorlopig goed zo, al zal mijn nieuwsgierigheid naar het verhaal achter deze foto’s heus nog wel even door blijven sluimeren.

*) Ik dacht in eerste instantie te doen hebben met drie verschillende verkopers van Arlene-foto’s op een en dezelfde veilingsite. Dat ligt nog iets ingewikkelder: in Pennsylvania bieden drie handelaren, allen met dezelfde achternaam maar met verschillende voornamen, vanuit één privéwoning (gecheckt op Google Maps) gevonden foto’s online aan. En in Iowa bevindt zich nog een vierde verkoper van Arlene-dia’s. De tijd zal uitwijzen of het Arlene-universum nog meer toevoerkanalen kent.

En toen was er licht

Foto van een lezende Russin, aangekocht ook in Rusland. Letterlijk en figuurlijk schitterend hoe het licht op haar jurk inwerkt – als op een luministisch schilderij of in een portret van Klimt. De vrouw zelf is al net zo betoverend mooi.

Big hair

Foto toegeschreven aan Mele R. Anguiano, over wie ik nog niet veel meer weet dan dat hij als fotograaf en kunstschilder woonde en werkte in Palm Springs, en dat hij was getrouwd met Jeanne Coutts, tevens kunstschilder en tv-host. Het echtpaar kende de Sinatra’s, die ook in Palm Springs resideerden, en er schijnt nog een portret van Nancy Sinatra te bestaan dat door Mele is gemaakt.

De vrouw met de monocle

Ongedateerde persfoto van het Keystone-agentschap uit het Parijs van de jaren twintig of dertig, gemaakt op de dag waarop jaarlijks het Fête de la Sainte-Catherine wordt gevierd, de 25-ste november. We zien twee vrouwen op straat die zich op weg naar het Bal des Mannequins begeven, een evenement dat volgens het bijschrift op de achterzijde met de naamdag van de Heilige Catherine is verklonken.

Wist ik allemaal niets van, en ik had een andere reden om de vintage print te kopen toen ik hem bij de Frans-Portugese handelaar Marcel Minck op de veilingsite zag. Dit zouden namelijk toch twee lesbiennes uit de klantenkring van Le Monocle moeten zijn, de Parijse gay bar waarvan Brassaï rond 1932 zijn beroemde serie foto’s maakte. Veel ingezworenen in l’amour saphique die de nachtclub frequenteerden, droegen zo’n brilletje bij wijze van attitude, dus die veronderstelling was alvast aannemelijk.

De vrouw rechts op deze foto hoopte ik vervolgens gemakkelijk te kunnen herkennen uit Brassaïs Le Paris Secret (Gallimard, 1976), of dan toch in de in 2018 over hem verschenen monografie van Peter Galassi en Stuart Alexander. In eerste instantie dacht ik dat het hier Le Monocle-stamgaste Violette Morris betrof, een kolossaal manwijf dat ooit haar borsten liet amputeren om toch vooral niet als vrouw verder door het leven te hoeven gaan. Deze super-atlete (ze blonk uit in zowat élke sport) werd in de oorlogsjaren door het Franse verzet geliquideerd omdat ze als spionne voor de nazi’s werkte.

Violette Morris (rechts) aan een tafeltje in Le Monocle, foto Brassaï

Maar om La Morris kan het bij nader inzien niet gaan, omdat ze nog geen 1.70 meter groot was terwijl de vrouw op deze foto met kop en schouders boven haar chaperonne en de omstanders uitsteekt. Eigenaresse en barvrouw Lulu de Montparnasse van Le Monocle zou, gezien haar overeenkomstig strenge gelaatstrekken, ook een match kunnen zijn. Maar die oogt op de Brassaï-foto’s eveneens veel kleiner dan de vrouw om wie het hier gaat.

Lulu de Montparnasse achter de tapkast van Le Monocle, foto Brassaï

Met behulp van andere boeken die ik over de Années Folles en het Parijse nightlife van die dagen heb verzameld, kon ik tot dusver evenmin vaststellen of de vrouw met de hoge hoed, de monocle en het zweepje (?) een lokale beroemdheid was die door Keystone werd geportretteerd. De partner met wie ze poseert, is al helemaal lastig te de-anonimiseren: álle mooie vrouwen van haar tijdperk zagen eruit zoals zij. Ik heb zodoende nog wel even wat tijd nodig om mijn speurtocht naar de antecedenten van dit tweetal uiteindelijk te doen slagen – if ever.

Kiezen we ondertussen gewoon voor een omweg. Wat valt er over de context en het momentum van de foto te weten te komen als je die omdraait en het fotobijschrift als vertrekpunt neemt? De heilige maagd naar wie het Fête de la Sainte-Catherine is vernoemd, zou in de vierde eeuw in de Egyptische stad Alexandrië hebben geleefd en was volgens de legende zó begaafd dat ze op haar vijftiende al alle werken van Plato uit haar hoofd kende.

Een andere apocrief verhaal over haar is dat ze haar christelijke geloof op last van keizer Maxentius II (ook wel als Maximinus gespeld) absoluut niet wenste af te zweren. De vijftig wijsgeren die de heidense heerser als pressiemiddel daartoe op haar af had gestuurd, wist ze niet slechts af te wimpelen maar zelfs tot de Here te bekeren. Het weerhield de keizer er niet van haar te onthoofden.

Op Catherines naamdag is het gebruik dat voor en door ongehuwde vrouwen onder de 25 jaar om een echtgenoot wordt gebeden. Deze zogeheten Clarinettes, zoals ze in Frankrijk worden aangeduid, sturen elkaar bij deze gelegenheid ook postkaarten, en vrienden van de vrouwen maken gekke hoedjes voor ze in de kleuren geel (vertrouwen) en groen (wijsheid). Ze worden geacht er heel de feestdag mee rond te lopen, onder meer tijdens een processie naar een standbeeld van Sint Catherine. De feestdag voor deze maagden bestaat al sinds de tiende eeuw.

Afgaand op het Keystone-fotobijschrift houdt het Bal des Mannequins een direct verband met deze traditie, en wie daar het mooist verkleed op verschijnt, wordt uitgeroepen tot de koningin van het evenement. Op Wikipedia vond ik deze twee foto’s van deelneemsters aan het bal uit 1909 en 1932, plus nog één Keystone-opname van twee dames op het Bal des Mannequins die alleen met een dure licentie van Getty Images mag worden gepubliceerd, en die ik hier daarom maar niet toon.

Over het Bal des Mannequins op schrift verder vooralsnog geen snippertje informatie gevonden op Google, noch in de literatuur die ik erop nasloeg. Zodat ook het onderzoekje hiernaar voor even in het virtuele ‘dossier lopende projecten’ moet belanden.

Uit eten met de meisjes van de Earl Carroll’s Vanities

Mijn hart sprong op toen ik deze foto op de veiling zag aangeboden door de Franse handelaar Marcel Minck, bij wie ik de afgelopen zeven jaar al het een en ander heb aangekocht. Eindelijk dan toch weer zo’n buitenkansje: een foto uit het Parijs van de jaren twintig en dertig, en dan nota bene ook nog eentje uit het nightlife van die dagen.

Ja, kom daar maar eens om in de verzamelaarswereld. De foto’s van de music halls, de bars, terrassen en bordelen in het Paris between the Wars zijn heel vaak van de hand van meesters als Brassaï, Doisneau, Kertész en Ronis, en als het geen heliogravures (ook mooi hoor) betreft vind je natuurlijk zelden of nooit vintage prints van die grote namen. Oké, een gesigneerde dan wel gestempelde Robert Doisneau of Willy Ronis valt op eBay, Catawiki of een besloten veilinghuis nog wel eens op de kop te tikken, maar zeker voor een foto in bovengenoemd subgenre moet je dan dus wel ten minste paar duizend euro of dollars hebben klaarliggen.

Maar, eh, in geval van deze foto kwam ik er al na wat googelen snel achter dat deze helemaal niet in Parijs is gemaakt, als wel in een restaurant in New York. Het is een ongedateerd exemplaar uit het Amerikaanse equivalent van de Années Folles, The Jazz Age, en afkomstig van het toenmalige foto-agentschap Keystone. Nog wat meer googelen leerde dat de Mary Evans Picture Library in Londen (vernoemd naar de verzamelaarster die tussen 1936 en 2010 onder andere een miljoen historische foto’s bijeenbracht) over eenzelfde opname beschikt, zij het er dan een met een kennelijk mee gedrukt fotobijschrift eronder en met een iets grotere beeldhoek.

Wie we op de foto zien, zijn danseressen van de Earl Carroll’s Vanities. Ze zijn, voor aanvang van hun avondvoorstelling, door hun werkgever Earl Carroll mee uit dineren genomen naar een etablissement in de buurt van het theater en hebben er van de kelners duidelijk de prominentste tafeltjes gekregen. Slim van dat personeel en van Earl, want Keystone vermeldt achterop dat deze publieke verschijning van de meisjes van de revue bij omstanders automatisch de nodige reuring teweegbracht. Zo sneed het mes zowel voor Carroll als voor de eigenaar van de eetgelegenheid dus aan twee kanten.

Dat baas Carroll al deze dames in hun korte jurkjes op deze wijze in de etalage zette, was een nieuwsfoto van Keystone ook wel waard, want voor zo veel bloot kon je in het Parijs en New York van die dagen anders alleen maar terecht in een bordeel, een besloten club of in een Broadway-theater. Weliswaar was de geëmancipeerde, onbevangen en soms amorele ‘nieuwe vrouw’ in de jaren twintig en dertig ineens alomtegenwoordig in de westerse wereld, maar in haar meest sexy hoedanigheid dan toch alleen in films, in commerciële, erotische fotografie en in advertenties. Op straat en elders in het openbare domein moest je in die wilde jaren ongetwijfeld toch heel lang om je heen kijken om zo veel blote benen en de gesuggereerde bijhorende losbandigheid als op deze foto bij elkaar zien.

Earl Carroll’s Vanities was een revue die van 1924 tot begin jaren dertig werd opgevoerd op Broadway. Er werden in New York 424 voorstellingen van gegeven, waarna Earl Carroll het succes ervan vanaf 1938 nog een poosje in een eigen theater in Los Angeles voortzette. Een van de hoogtepunten in de, speciaal voor de tired businessman bedoelde, leg-shows van de Vanities was de act waarin de meisjes op de muziek van Ravels ‘Bolero’, in pauwenveren en verder geheel naakt de bühne op kwamen. In totaal had Carroll ruim honderd meisjes voor hem werken.

Fijne anekdote: de NewYorkse hoofdofficier van Justitie wilde in 1926 dat het definitief zou zijn gedaan met het bloot in de leg-shows van Earl Carroll. Een politieman kreeg op de 11e september van dat jaar zodoende de opdracht om de eerste de beste danseres die zich ongekleed op het podium vertoonde in de boeien te slaan. Voorzien van een deken hield hij zich in de zijvleugels van de zaal voor iedereen schuil tot het moment waarop hij in actie moest komen.

Dat heterdaadje liet niet lang op zich wachten: al in de openingsscène hing Kathryn Ray, naakt en ondersteboven, aan de pendule van een grote klok. De agent stormde de planken op en wierp zich met deken en al op Ray, die zich uit zijn greep wist los te maken en de coulissen in vluchtte. Meteen erna viel het doek. Het publiek, dat niet beter wist of de achtervolging op het podium was onderdeel van de revue, beloonde het gebodene met een staande ovatie.

Arlene

Dit is Arlene. Ik ontleen dat gegeven tenminste aan die ene dia waarop met pen die naam is geschreven. Dia’s van Arlene zijn de afgelopen jaren wel een keertje of wat aan mijn oog voorbijgetrokken wanneer ik op veilingsites naar (andere) foto’s zocht. De ene keer dook er een portret van haar op bij verkoper A, dan zag ik haar ineens weer terug in het aanbod van meneer B, en tot mijn niet geringe verbazing bleek er zelfs nog een verkoper C te bestaan die over een reeksje ‘Arlenes’ beschikte.

Dus nou, op zeker moment drong zich het idee aan me op dat ik wel iets van haar leven zou kunnen reconstrueren aan de hand van al die min of meer toevallige vondsten. Toegegeven: ik werd daar onlangs extra toe aangezet toen ik onderstaande scènes uit haar leven bij verkoper B aantrof. Ze werden door hem niet als een setje aangeboden, noch anderszins als zodanig herkenbaar op de veilingsite door hem gepresenteerd. Ik moest steeds tussen vele honderden foto’s in zijn aanbod naar die van Arlene en haar vrienden op zoek.

De foto’s bij dit stukje beslaan de periode 1971-1976. De bovenste zijn de vroegste, die helemaal onderaan is tot dusver de laatst gedateerde die ik van haar vond. Ik heb nog niet alle Arlenes die op online-veilingen te koop zijn ook daadwerkelijk aangekocht, want ze verschijnt onder andere ook nog op een aantal nog niet door mij verworven vakantiekiekjes, die vermoedelijk zijn gemaakt door haar echtgenoot, de man in het gele nachtgewaad in het blokje hieronder.

Verkoper B vermeldde over deze snapshots dat het hier om een swingersparty handelde. Een veronderstelling die ik aanvankelijk niet zomaar voor waar wilde aannemen, al was het maar omdat je amateurfoto’s van die vrijetijdsbesteding simpelweg nooit in het veilingaanbod ziet. Toch ben ik er al snel genoeg van overtuigd geraakt dat er hier inderdaad sprake is geweest van een wife swap. Van twee bevriende echtparen die in het Amerika van vijftig jaar geleden in hotels, motels en allicht ook bij elkaar thuis over de vloer kwamen voor een spannend avondje.

Bij die gelegenheden werd er stevig ingenomen, veel gelachen (zie ook het bordje ‘Bible study club’) boven de sofa, en elk samenzijn werd wel extra luister bij gezet met verkleedpartijen. De mannen verschenen ten tonele in pyjama’s dan wel in een zijden kamerjas, de dames hulden zich eerst in lange, knisperende nachtkleding, om zich later nog eens in sexy lingerie te laten vereeuwigen. Van wat er verder tijdens de partnerruil gebeurde, blijven we in het ongewisse. Ik ben nog niet op dia’s gestuit waarop we het gezelschap in actie zien. Hoeft wat mij betreft ook niet per se. Ik vind het serietje – en Arlene – zo al bijzonder en sexy genoeg.

Dit is de mevrouw met wie Arlene in dit serietje steeds van bedgenoot ruilde; alleen op de onderste dia is er een andere vriendin in beeld. De foto’s van de partnerruilsessies dateren alle van november 1973, maar ze zijn op verschillende momenten geschoten. Daar wijst de haardracht van Arlene’s vaste seksvriendin in ieder geval wel op. Wat de vrouwen verder ook bond, ze hielden allebei alvast wel van het hebben van big hair ofwel beehives. Dat het viertal elkaar (ook) in hotels of motels ontmoette, is aannemelijk gelet op de koffers die op een van de foto’s hieronder in zo’n standaard opbergrekje zijn geplaatst. Het typische ontbijt-op-de-kamer dat gezamenlijk na een wilde nacht wordt gedeeld, duidt daar eveneens op.

Deze laatste foto is dus uit 1976 en het is Arlene niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk ten voeten uit. Die blik, haar hele berustende, om niet te zeggen afstandelijke, onverschillige of zelfs licht chagrijnige uitstraling zie je zelfs op de vakantiedia’s van haar terug. Maar misschien dat ze zelf altijd wel meende dat ze er met zulke poses cool , sexy of sophisticated op stond.

Wordt hopelijk vervolgd.

PS: Waarom staat die naam ‘Arlene’ nou op een van deze dia’s? Als de maker ook haar eigen vent was, hoefde hij dat niet te vermelden. Waren ze dus in het bezit van iemand anders dan van haar en haar man?

De rode slippers

Een hotel- of motelkamer? Je zou het denken gezien de nondescripte kunst aan de muur en het zwempak van de vrouw op bed. Dit moet welhaast een vakantiefoto zijn, en dan ook ook als tussendoortje. Net voordat de pool of het strand zal worden bezocht, of misschien wel een poosje erna, na het middagdutje.

In het laatste geval is mevrouw zich in elk geval al weer zeer bewust van de aanwezigheid van de camera: je houdt je benen niet op zo’n bevallige wijze bij elkaar wanneer je echt nog maar net bent ontwaakt en op dat moment even geen bewonderende fotograaf in de directe nabijheid wil hebben (ask my own wife). Nou ja… wakker was ze allicht al een poosje, tenzij ze ook omgekeerd in bed heeft geslapen.

In onder andere Japan zijn je slippers gratis bij de hotelkosten inbegrepen, maar deze twee setjes lijken toch echt van huis te zijn meegenomen. Denkbaar trouwens ook dat de slippers helemaal geen reisje hebben gemaakt en dat deze reclining non-nude gewoon in haar eigen vertrouwde omgeving op de foto is gezet. Dit is tenslotte toch een bedbank, zou je zeggen, en welk motel of hotel legde daar nu zijn gasten op te slapen?

Nog een vraag. Is dat de gespierde arm van de fotograaf rechtsonder in beeld, of zien we nog een stuk van een roze deken? Het kan zijn dat de maker van de foto zijn toestel (met een behoorlijke groothoeklens) op schouderhoogte in zijn linkerhand heeft gehad, zodat zijn model het volle zicht op zijn biceps kon behouden. Zoiets doe je om duidelijk te maken dat je na het schieten van een snapshot nog andere snode plannen hebt met degene die voor je poseert.

Maar als het toch ook een deken is: wordt die dan gedragen door de fotograaf? En wat doe je in hemelsnaam in zo’n klein ledikant met twee dekens? Of zou de fotograaf kort ervoor in een groter bed hebben geslapen en nu op weg zijn naar het hare? Maar waarom liggen daar dan al zijn zwarte slippers of loafers?

Photobooth Sweethearts

Om mezelf wat beter te wapenen tegen de aanvechting om mijn collectie Franse erotische fotografie verder uit te bouwen, kwam ik op het idee om me (ook) toe te gaan leggen op het verzamelen van vintage foto’s uit de photobooth en de arcade. Ik schaar me er eveneens weer mee in een lange rij van verzamelaars die zich op dit terrein bewegen, zo blijkt. Het is niet heel veel gemakkelijker en goedkoper om aan betoverend mooie pasfoto’s en studioportretjes in dit genre te komen.

Ik heb er ondertussen een stuk of tien op de veiling weten te bemachtigen, en ik betaalde er meer voor dan ik had verwacht. Met name de arcade-foto’s (zijnde die waar een beroepsfotograaf aan te pas kwam) zijn prijzig, en in het bijzonder die van ravissante vrouwen, donkere mensen, en lui die zich in kleding, houding of gelaatstrekken van de doorsneeklant onderscheidden.

Ik heb wat literatuur over het fenomeen photobooth en arcade aangeschaft, en zal later een uitvoeriger stukje aan de geschiedenis ervan wijden, maar hierbij alvast een tableau van enkele fotootjes die ik tot dusver aankocht.

De mijne, en de mijne alleen

Foto op dik papier van een naaktmodel uit (ja, daar gaan we weer) vermoedelijk de jaren twintig of dertig van de vorige eeuw. Ik was vast van plan het portretje niet te kopen, en toch: na er een weekje in stijgende verliefdheid op de veilingsite naar te hebben gekeken, deed ik er in de laatste seconden alsnog een (winnend) bod op. Ik voelde me ertoe verplicht deze foto/vrouw, eh… uit de buurt van een eveneens verliefde rivaal weg te houden. Ze moest de mijne worden, en de mijne alleen.

Dingetje hoor, die sluimerende gekte die veel verwoede verzamelaars uiteindelijk wel in haar greep krijgt. Om de simpele reden dat de Franse erotische fotografie uit de Années Folles vele honderden, misschien wel duizenden verschillende foto’s omvat die bovendien alle even kostbaar zijn, heeft het geen enkele zin om in dat genre naar volledigheid te streven. Daarbij is het ook net zo ondoenlijk om er veel nieuwe expertise in op te bouwen.

Wat er over de Parijse fotostudio’s, de al dan niet onbekende fotografen en hun vrijwel altijd anoniem gebleven modellen bekend is, is al in diverse boeken en wetenschappelijke studies opgetekend, en bijzondere ontdekkingen op dit vlak lijken nagenoeg uitgesloten. Dus, tja: waarom steeds maar weer (te) veel geld in een ‘project’ gestoken dat nooit tot een serieuze journalistieke publicatie of nog eens tot een tentoonstelling kan leiden? Het dateren van foto’s als deze is al moeilijk genoeg. Ik schreef hier al eens eerder dat je daarvoor eerst alles moet weten van de fotografische procedés in de geschiedenis van het medium en over de mode die in bepaalde perioden door vrouwen werd gedragen.

Andere manieren om achter de herkomst en het jaartal van foto’s te komen, zijn al even tijdrovend. Aan de hand van de gezichten van de modellen en de overeenkomstige interieurs waarin ze poseerden, slaagde collega-verzamelaar Bert Sliggers erin om tientallen erotische foto’s uit het Parijs van de jaren twintig en dertig aan het oeuvre van anonieme opererende Grundworth-collectief toe te schrijven. Maar zaak is dan wel dat je eerst ook persoonlijk over al dat vergelijkingsmateriaal beschikt. Mezelf en andere verzamelaars kennende gaat het hebben van dat materiaal per definitie wel vooraf aan de energie die je wil investeren in het onderzoek ernaar.

Enfin, alle hierboven genoemde redenen om de foto van deze mevrouw toch vooral niet aan te schaffen, negeerde ik vorige week met angstaanjagend gemak opnieuw, omdat ik nou eenmaal verliefd was. Ik hakte al eerder met het bijltje toen ik, honderd jaar na dato, smoor werd op een naaister in het atelier van Yva Richard (Nativa!). Het hoeft trouwens niet per se de vrouw zelf of de erotische voorstelling als geheel te zijn die me over de streep trekt. Een gevisualiseerde ‘knipoog’ van de maker, een verhalend element in een opname, een detail in de aankleding van de set of in de kostumering, en een proeve van fotografisch vakmanschap kunnen me net zo mateloos fascineren.

Dat geldt ook voor glamour-naaktfoto’s die je in min of meerdere mate mislukt zou kunnen noemen en daarmee iets ontroerend amateuristisch (ze worden blootfoto’s) krijgen. Zo’n portret als dit is toch onmiskenbaar te onscherp om helemaal te overtuigen. Een heel strenge vakfotograaf zou de foto vanwege zo’n slordigheid allicht daarom niet in omloop hebben gebracht en mogelijk is daarvan ook wel nooit sprake van geweest. Een logo van de studio of de gebruikelijke nummering van de opname ontbreken tenminste.

Heel fijn, zeg ik in het onderhavige geval, want door dit portretje toch te kopen maak ik impliciet wat duidelijk over mijn nobele bedoelingen als verzamelaar. Ik ben niet enkel gevallen voor de oogopslag van deze vrouw, voor haar borsten en voor die gulle blik die ze me op haar kruis biedt, maar ook voor het feit dat ik me over een mislukte foto heb ontfermd en haar hier alsnog de eer kan bewijzen die ze toekomt. Wat zal de dame die ervoor poseerde er postuum blij mee zijn. En hoeveel beter zal mijn eigen echtgenote me hierdoor begrijpen.

Schoonheid

Ik had deze foto ook in de zijkolom onder ‘Aanwinsten’ kunnen laten zien, maar ik vind de vrouw erop veel te mooi om haar klein af te beelden. Kocht de foto in Frankrijk, waar hij in in september 1955 is gemaakt. Er zijn meer van die vrouwenportretten waar ik mijn ogen niet van af kan houden. Ik kocht er onlangs nog een die ik hier binnenkort zal delen. Trouwens, ook in dit geval was ik bepaald niet de enige die door de uitstraling van deze schoonheid werd getroffen: op Instagram kreeg ze virtueel en postuum te maken met een oploopje van andere bewonderaars.

Sexy krulspelden

Ik ben ook een verklaard liefhebber van snapshots van vrouwen met krulspelden in, zie ook wat ik er hier eerder over schreef. Afgemeten aan het aantal likes voor beide foto’s op Instagram (@wajdejong) zijn er heel wat mensen die ze net zo leuk, sexy, ontroerend en/of nostalgisch vinden. Je ziet je moeder, buurvrouw, zus of geliefde toch zo erbij zitten op een zaterdagmiddag, nietwaar?

De foto hieronder heb ik al een tijdje en is van mijn absolute favoriete in mijn collectie vintage fotografie.

Windowshopping in de DDR

Dacht in eerste instantie dat mijn oog viel op een schilderij van Edward Hopper, maar het is dus een dia. Gemaakt door een anonieme fotograaf in het Oost-Berlijn van de jaren vijftig, en zeer waarschijnlijk in de tweede helft daarvan op de Karl Marx Allee. Vanaf 1956 konden tenminste ook de Ossies thuis reguliere tv-uitzendingen gaan ontvangen.

De diafilm was al twintig jaar eerder uitgevonden, maar die lijkt in wat je door de jaren heen als typische DDR-fotografie kan bestempelen niet of nauwelijks door amateurs in de ‘boerenrepubliek’ te zijn gebruikt, c.q. voorhanden te zijn geweest. Geldt op een andere manier trouwens ook voor kleurnegatief-films: het beschikbare materiaal was overal in het toenmalige Oostblok zó beroerd dat fotografen er klaarblijkelijk geen kant mee op konden. Eens te meer een bijzondere vondst dus!

Toch weer bezweken

Drie foto’s van dezelfde vrouw die ik met tussenpozen op de veiling aanschafte. Ze komen uit de VS. Ik zoek niet meer heel intensief naar blootfotografie en huis-, tuin- en keuken-glamour van de hand van amateurs, maar als zich iets moois in het aanbod aandient, bezwijk ik er nog altijd gemakkelijk voor.

Andere tijden

In tijd gemeten kwamen deze twee foto’s betrekkelijk kort na elkaar in omloop, zeg: ten hoogste tien tot twintig jaar. De linkerfoto dateert vermoedelijk uit de periode 1910-1920, de andere zeer waarschijnlijk uit de jaren dertig. Allebei zijn het studiofoto’s van Parijse origine, en daarmee houden de overeenkomsten wel zo’n beetje op.

Jazeker, ze hebben elk ook wel een onmiskenbaar erotische component. Maar waar de linkerfoto louter was bedoeld om liefhebbers van pikante plaatjes (en met gevoel voor humor!) te prikkelen, had de rechter ook nog een bijkomende functionele bedoeling: vrouwen (of hun minnaars) moesten die van een of ander dierenvel gemaakte shorts kopen.

Maar het grootste verschil tussen beide is natuurlijk de wijze waarop de modellen in beeld werden gebracht. Waar de een nog louter als lustobject ten tonele werd gevoerd, stond de ander symbool voor ‘de Nieuwe Vrouw’ die in de jaren twintig en dertig haar intrede in de film, de fotografie, de reclame en ook in het straatbeeld deed: vrijmoedig, zelfbewust en ongenaakbaar. Het was een ongekend maatschappelijk, emancipatoir en cultureel fenomeen in dat tijdperk. Ik heb er uitgebreid over geschreven in mijn boek For Your Eyes Only.

Foto een is mogelijk gemaakt door een van de gebroeders Biederer of door een lid van het anonieme Grundworth-collectief. Foto twee is van de hand van een van de Diana Slip-fotografen (Brassai, Schall, Moral of Krull) en een heliogravure.

Lofty

Dat we in eigen stad ooit de Reus van Rotterdam hadden rondlopen, weet ik natuurlijk al sinds jaar en dag. Maar niet dat er in Amsterdam ook zo’n gozer van hetzelfde formaat heeft bestaan.


‘Onze’ Rigardus Rijnhout (1922-1959) woog 230 kg, had schoenmaat 62 en mat 2.38 m. Zijn hoofdstedelijke tijdgenoot Albert Johan Kramer (1897-overlijdensdatum onbekend) tikte voor de Tweede Oorlog 165 kg aan op de weegschaal en 135 kg in zijn latere jaren.

Langs de meetlat reikte Albert Johan tot 2.69 à 2.42 m, een lengteverschil dat waarschijnlijk is veroorzaakt door een inzakkende wervelkolom en platvoeten. Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde houdt het er in een artikel uit 2004 op dat Kramer ‘soms’ korter/langer is geweest dan andere keren.


Maar goed, feit is dus hoe dan ook dat wij met Rigardus in Rotterdam niet de grootste van de twee reuzen hadden, zij het dan weer wel de zwaarste. Van Rigardus weten we dat hij niet al te gelukkig was met zijn verschijning en in zijn gezondheid; hij is ook jong gestorven. Zijn naam leeft evenwel voort in Vaandragers boek De Reus van Rotterdam, en bovendien hebben we in het park bij de West-Kruiskade ook nog steeds dat 1:1-standbeeld van ‘m.


Albert Johan lijkt beter in zijn vel te hebben gezeten. Hij begon als variété-artiest in het Berlijn van 1919 en trad in die hoedanigheid aansluitend op in de Engelse clubs onder de naam ‘Lofty’, en als ‘Jan van Albert’ op podia op het Europese continent en in de VS. Hij trouwde in 1920 met de Zwitserse Wilhelmina Fässler, die wonderwel een broer had van slechts 69 cm groot. Met deze ‘Seppetoni’, zoals hij in de amusementswereld bekendstond, vormde Kramer jarenlang een succesvol showduo.

Kramers terugkeer in Nederland luidde tegelijkertijd een nieuwe fase in zijn loopbaan in: hij begon een café in zijn geboortestad, waar hij in 1955 door fotograaf Robert Cohen voor Le Parisien werd geportretteerd; ik kocht de foto van een handelaar in Frankrijk om de Reus van Amsterdam toch weer een beetje dichter bij huis te brengen.

Kramer was in 1958 ook de oprichter van de Klub Lange Mensen (jawel: de KLM), die nog altijd bestaat maar Albert Johan/Lofty/Jan van Albert op de eigen website verder geheel ongenoemd laat. Wel kun je bij de KLM terecht met bijvoorbeeld het idee om een carnavalsavond voor/met hedendaagse reuzen te organiseren.

Big Hair

Wat voor blootfoto’s in z’n geheel niet opgaat, pakt wel voor mij wel zo uit voor snapshots van vrouwen met big hair, ofwel beehives, ofwel in het Nederlands: suikerspinnen. Ik koester jeugdherinneringen aan het fenomeen en was er indertijd, in de vroege jaren zeventig, al zwaar van onder de indruk. Zeker als de verschijning van de dame in kwestie werd gecompleteerd door een rocket-bra en aanverwante spannende kledingstukken (hakken, rokken, laag uitgesneden jurkjes).

Mijn best bewaarde herinnering is die aan de keren dat we als 16-jarigen mochten biljarten in café De Koens in Eindhoven, een kroeg die werd bestierd door de ouders van een vriendje. Elke zaterdagmiddag dat we daar als jongens een keutje legden, viel samen met de afloop van de weekmarkt. De marktvrouwen en hun mannen stroomden dan De Koens binnen om het met elkaar op een drinken te gaan zetten.

Wanneer de sfeer er na een aantal biertjes, jenevers en likeurtjes flink in zat, veranderde het café in een danszaal. Met hoog opgetrokken jurken voerden de marktvrouwen dan gezamenlijk een soort cancan op, waardoor je doorlopend een blik werd vergund op hun prachtige benen. De mooiste van het stel, zo weet ik nog, gaf er bovendien haar lichtblauwe, kanten jarretelles mee bloot. Van biljarten kwam dan vervolgens natuurlijk weinig of niets meer; ik kon mijn ogen niet van die dertig jaar oudere schoonheid af houden.

De kapster van mijn moeder deed, zowel in haardracht als in sexy uitstraling, overigens niet voor die marktvrouwen onder. Ze kapte meerdere mensen tegelijk aan huis, en als je door de spiegel toekeek terwijl ze knipte of rollers inzette, kon je je ogen niet afhouden van haar diepe decolleté. Els heette ze, als mijn geheugen me niet bedriegt. Ik weet nog dat ze ooit in mijn bijzijn een bejaarde kennis van mijn moeder knipte, die Els bij die gelegenheid, en ongetwijfeld aangemoedigd door dat decolleté, even over haar borsten streek. De aanwezige dames spraken er nadien uiteraard schande van, maar ik meen dat ik hem ook toen al best een heel klein beetje begreep.

Ik dacht dat het hebben van big hair een heel wijdverbreide haarmode was, een halve eeuw geleden, maar in het aanbod van found photography wijst niets daarop. Ik kom de dia’s, foto’s en negatieven van vrouwen met beehives maar heel sporadisch tegen. En, tja, een afbeelding van een ‘Els’ of een marktvrouw in lichtblauwe jarretels zit er helaas nooit tussen.

Agence Rol

Foto van een gezelschap Parijzenaars tijdens de hittegolf in juli 1933 in hun stad. Ongelofelijk mooi van compositie en door het schilderkunstige licht dat in al zijn verschillende gradaties op de kaartspelers valt. Het is een persfoto van een de hand van een van de anonieme fotografen van het Parijse agentschap Rol (1904-1938). Ik heb de afgelopen jaren meer foto’s van Rol aangekocht, zonder dat ik daar nou specifiek naar op zoek was. Ik werd al die keren simpelweg getroffen door de hoge kwaliteit foto’s die de Franse firma in binnen- en buitenland van alledaagse gebeurtenissen vastlegde.

De onderstaande foto van het circuspaard kan ik helaas niet tot mijn eigen bezit rekenen. Ik downloadde hem gratis uit het beeldarchief van de Franse Bibliotheque National om bovenstaand argument nog wat extra kracht bij te zetten.

Hempje

Heliogravure van een foto voor het merk Diana Slip uit de jaren 1920-1930, aangekocht van een Franse handelaar. Die moet ook in het ongewisse laten wie de maker van de opname is. Het kan Roger Schall zijn, of Jean Moral, of misschien ook wel Brassaï, of Germaine Krull. Wat ik ter zake vooralsnog van mijn zwerftochten op veilingsites opsteek, is dat met name de Schalls zich het gemakkelijkst laten onderscheiden door hun kadrering en close-ups van (lichaamsdelen van) modellen. Wat dit dus in elk geval een a-typische Schall zou maken.

Los hiervan: hoeveel moderner was het Diana Slip-portfolio in vergelijking met wat er in het decennium daarvoor op het gebied van erotische fotografie werd gemaakt. Zoals het werk van Schall c.s. voor het Parijse lingeriemerk ook wezenlijk verschilde van dat van tijdgenoten/collega’s. De steevast onherkenbaar afgebeelde modellen vestigen doorgaans enkel en alleen de aandacht op het ondergoed dat ze dragen, waar de seksuele component in de fotografie van de Biederers, de Richards en die van Wyndham veel nadrukkelijker is.

De styling en afwerking zijn ook typerend voor Diana Slip-foto’s. Doordat ze alle zo zwart zijn, zie je er meer niet dan wel op, terwijl ook het instant-karakter ervan haaks staat op de zorgvuldig geënsceneerde studio-opnamen van onder anderen de Biederers. Die estheten zouden, vermoed ik, ook nooit hebben toegestaan dat je op een foto als deze de contouren van het hempje van het model nog kunt herkennen. Apart is ook dat ze op een Perzisch kleedje staat. Ik dacht tot dusver dat hooguit amateurs hun blote geliefden voor de kou of voor de opsmuk op een matje lieten poseren.

Toilette

Terloopsheid is bepaald geen vaste component in erotische fotografie, en zeker niet in de strak geregisseerde foto’s van de Franse en Duitse studio’s in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Waar een amateurfotograaf zichzelf nog wel eens kan overtreffen met een goed gelukt, zinnenprikkelend snapshot van zijn geliefde in huis, tuin of keuken, koerst de professional in het genre in de regel op zekerheden.

In dat opzicht was de fotografie van de Années Folles heel stijlvast. Alles en iedereen op de set tot in de puntjes gestileerd en uitgelicht, en een enscenering die tot in de details appelleerde aan de smaak en fantasie van een specifieke categorie afnemers van erotische foto’s: voyeurs, liefhebbers van sm, van fetish-accessoires, van duurbetaalde dames in boudoirs, van jonge schoolmeisjes, van strenge femmes fatales, van matrones (denk: Nativa Richard) of van verleidelijke secretaresses en dienstmeiden.

Ze liggen doorgaans in jarretels en zijden lingerie op een (studio)bed of poseren met opgetrokken rokken in het gras of in de schoolbanken terwijl ze door een minnaar of minnares worden overweldigd. Maar foto’s in een meer huiselijke omgeving zijn naar mijn beste weten in dit repertoire witte raven. Nogal wonderlijk dus dat op deze foto het toilet een belangrijke rol is toebedeeld, en afgaand op de slecht onderhouden deur ervan nota bene ook nog een licht-vunzig plekje van een goedkoop appartement. Zo terloops als deze opname even wat alledaagse werkelijkheid binnenhaalt! Voor de kopers van deze foto trad dit verleidelijke model toch ineens een beetje hun eigen wereld binnen, zou je denken.

Onbekend wie de maker ervan is geweest. Ik gok op Albert Wyndham dan wel de gebroeders Biederer, alledrie fotografen die van tijd tot tijd ten minste iets van spontaniteit en ‘echtheid’ in hun fotografie wisten te suggereren.

Het Erik Kessels-interview

Erik in de door hem ingerichte klokkentoren van het Capital C-gebouw in Amsterdam

Mijn interview met post photography-kunstenaar Erik Kessels in NRC Handelsblad van 5 maart 2021. Verschenen ter gelegenheid van de verschijning van de 17e editie van zijn fotoboekenreeks In Almost Every Picture. Inspirerende ontmoeting! We hebben onze eigen boeken uitgewisseld en ik heb hem een oud Duits fotoalbum cadeau gedaan voor zijn collectie van 17.000 foto-albums (!) van anonieme amateurfotografen. Het exemplaar dat hij van mij kreeg, staat van de eerste tot en met de laatste bladzijde vol met snapshots van een (vermoedelijk Duitse) vrouw die daarop alleen in lak- en regenkleding poseert.

Heropening in de Verkadefabriek

Een serie uit mijn boek For Your Eyes Only en uit de gelijknamige tentoonstelling. De expositie verhuist dit voorjaar naar de Verkadefabriek in ‘s-Hertogenbosch, waar ze dit voorjaar heropent. Al het werk is eerder deze week vanuit de Kunsthal naar zijn nieuwe bestemming overgebracht. Curator Theo Audenaerd, oud-collega en -chef van de fotoredactie van de Volkskrant en Volkskrant Magazine, gaat FYEO daar opnieuw inrichten in een van de vele zalen van de voormalige koekjesfabriek. Het is werkelijk een prachtige locatie, dus mocht je de tentoonstelling in de Kunsthal hebben gemist, kom dan vooral in ‘s-Hertogenbosch alsnog kijken. Ik meld wel op Facebook en Instagram vanaf welke datum dat kan.

Deze reeks heb ik in de categorie ‘Happy Endings’ ondergebracht omdat er duidelijk van twee kanten plezier aan de opnamen is beleefd, en het ook niet bij een eenmalige sessie is gebleven: de foto’s van de vrouw zijn zichtbaar over een langere periode van haar leven gemaakt. Op zich misschien niet heel bijzonder (als je maar zo’n vrouw hebt!), maar je vindt zo’n ‘heel oeuvre’ op veilingen maar heel af en toe. Ik schat dat ik zelf in totaal maar twee of drie series heb met zo’n ruime tijdsspanne. Zowel in het boek als in de tentoonstelling zie je die (ook) terug in de sectie ‘Gewoontedieren en Serial Shooters’.

Home entertainment

Vier fotootjes aangekocht van een Duitse handelaar, alle zo klein dat ze door een hobbyfotograaf en een dito model zullen zijn gemaakt. De enscenering en styling van het reeksje wijzen er eveneens op dat het hier om een amateursessie handelde. Ik had mevrouw tenminste naast het spiegeltje aan de wand laten poseren in plaats van ervoor. Best vreemd natuurlijk ook hoe die haarlok op de onderste opname over haar neus is gedrapeerd, maar juist vanwege zo’n detail krijgt een pin-up als deze iets aandoenlijks.

Storytelling met de Biederers (2)

Foto van Jacques en Charles Biederer, over wie ik onder andere hier al eens schreef. De Joodse broers runden in de jaren twintig en dertig een succesvolle fotostudio (Ostra) in Parijs alvorens ze beiden door de Nazi’s in een Duits vernietigingskamp werden vergast. Er zijn nog relatief veel foto’s, stereo-opnamen en Real Photo Postcards (RPPC’s) van het duo op veilingsites verkrijgbaar (herkenbaar aan het al dan niet omgekeerde vraagteken in hun beeldmerk), maar ik beschouw de aanschaf van dit exemplaar als een buitenkansje.

Net als hun collega’s van de Grundworth-studio, die van Yva Richard, Diana Slip en de waarschijnlijk in zijn eentje opererende fotograaf Wyndham grossierden de Biederers in foto’s van pikante lingerie, lesbische onderonsjes, sadomasochisme en fetish-accessoires. Soms ook onderscheidden de twee zich ook van de concurrentie door een wat afwijkende man/vrouw-interactie in hun fotografie.

Anders dan op de set van de explicietere Grundworth-fotografen werd de door welllust bevangen minnaar in het werk van de Biederers namelijk nog wel eens fysiek op afstand gehouden, zoals op deze foto. Aldus werd voor de koper ervan kennelijk de ruimte geschapen om er zijn eigen verhaal bij te bedenken; een indirectere manier om iemand met een erotisch tafereel te prikkelen.

Vanitas-harnas

Mogelijk zit ik er volledig naast, maar ik meen tussen de poten van het krukje vagelijk een of meer mensenschedels te zien. In dat geval heeft de vakman achter deze professionele opname (of degene die er dit prachtige corset mee aanprees) een fotografisch equivalent van een vanitas-stilleven gemaakt.

Ik citeer voor het gemak even van schilderijen-site.nl: ‘Vanitas is de geschilderde voorstelling die de vergankelijkheid, nietigheid en ijdelheid van het aardse leven verbeeldt. De vanitas-symboliek komt veel voor in de Nederlandse zeventiende-eeuwse kunst. Maar ook later, vooral in de negentiende eeuw, was de vanitasschildering, vaak gelijkgesteld met de geschilderde schedel, een gekozen onderwerp.

‘Veel voorkomende symbolen waren: schedel, gedoofde kaars, zandloper, zeepbel, een worm, de schaduw en gebroken voorwerpen: zij vermanen ons dat we allen eens zullen sterven en dat aan alles een eind komt. Naast deze symbolen die ons overduidelijk maken dat alles slechts tijdelijk is, kennen we ook de  ‘verleiders’: sieraden, naakte figuren, mooie harnassen (die roem beloven), en muziekinstrumenten’. 

Uitlaatklep

Over mijn bezoek aan collega-verzamelaar Bert Sliggers en diens collectie een volgende keer uitgebreider, maar voor dit verhaal nu eerst wat bijzonders daaruit gelicht. Daar gaan we:

Bert zag in 2013 op eBay een serietje tekeningen aangeboden waarvoor bij andere bezoekers van die site klaarblijkelijk geen belangstelling bestond; ze bleven onverkocht. In tweede instantie wilde Bert toch meer over het veilinglot weten, zodat hij alsnog contact zocht met de verkoper ervan.

Die liet hem per omgaande weten dat de op eBay aangeboden tekeningen maar een fractie vormden van een kolossaal levenswerk. De Amerikaanse maker ervan had, met potlood en papier, een oeuvre nagelaten van meer dan 4000 variaties op hetzelfde thema. Dat van onderhorige vrouwen, op alle mogelijke manieren gekneveld met behulp van fetish-accessoires.

Bert raakte zo gefascineerd door deze verzameling dat hij alle tekeningen voor ‘een paar honderd dollar’ ineens kocht. Nadat hij ze per post ook in Haarlem had ontvangen, wilde hij er vervolgens ook alles over weten. Op basis van de informatie van de verkoper en veel speurwerk in online-archieven kwam hij al snel het een en ander te weten:

De maker* was een ingenieur (1918-2011) die voor de Amerikaanse marine werkte. Zijn woning in Croton on Hudson NY werd in 2012 geruimd en de huisraad verkocht, waaronder honderden klokken, camera’s, technische apparatuur en scheikundige instrumenten. De boedel van een man die tegelijk uitvinder, knutselaar, verzamelaar en uiteindelijk ook hoarder was.

In zijn kelder trof men behalve duizenden nonfictie-boeken ook honderden naaktfoto’s, evenzovele knipsels uit bondagetijdschriften en uit andere pin-up magazines en seksblaadjes uit de jaren vijftig aan. Al zijn eigen bondage-tekeningen waren in deze ruimte verstopt, en wel achter een radiator. Zijn familie heeft nooit van zijn seksuele voorkeuren noch van de verzameling geweten.

Bert gaf in 2018 in eigen beheer het boekje A drawing a Day uit met een kleine selectie van de tekeningen. Daarin plaatst hij het werk ‘in een lange traditie van outsider art-kunstenaar die seksualiteit en erotiek als thema kozen’, onder wie Josef Schneller, Oskar Deltemeyer, Kar Vondal en Miroslav Tichy. Citaten uit deze mooie, kleine uitgave:

‘Het was waarschijnlijk de twaalfjarige productie van een keurige man die als uitlaatklep iets met zijn BDSM-gevoelens op papier moest doen. Vermoedelijk maakte hij een tekening per dag. Na het eten daalde hij af naar het souterrain – “nog even wat opzoeken”, riep hij naar boven – en met de grootste concentratie begon zijn potlood aan de vormgeving van zijn fantasie.’

‘Al met al, qua onderwerp en omvang, zijn er geen vergelijkbare collecties bekend. Musée d’Orsay in Parijs bewaart sinds kort het fotoalbum van de Parijse schilder en later notabele ingezetene van Charente, Charles François Jeandel, met een honderdtal bondagfoto’s uit de periode 1890-1900.

‘Dit unieke document laat zien dat er al vrij vroeg voor privégebruik en -genoegen dergelijke collecties werden aangelegd. De meeste van dit soort verzamelingen zullen geruimd zijn. Daarom is de collectie van deze ingenieur zo bijzonder. Zij geeft inkijk in de zielenroerselen van een gewone man die met zijn seksuele fantasieën een oeuvre schiep […].’

Er staat een tentoonstelling van de tekeningen op stapel in het Gents Universiteits Museum (GUM), zodra in België de coronamaatregelen zijn opgeheven.

*) De naam van de Amerikaanse ingenieur is bij Bert Sliggers bekend, maar vanwege het controversiële onderwerp is hem door juristen aangeraden voorzichtig te zijn met prijsgeven daarvan.

A drawing a Day is voor 12,50 euro verkrijgbaar in de webshop van de Haarlemse drukkerij Hof van Jan.

Serial Shooter (1)

Ik deed een zeldzame vondst op een Duitse online-veiling: 100 foto’s van een amateurfotograaf met een bijzondere voorliefde voor dames in wat in Duitsland Reizwäsche wordt genoemd. Hij fotografeerde drie verschillende vrouwen in diverse combinaties van lingerie en corsetterie. Ze werden alle afgebeeld tegen met hetzelfde behang, met uitzondering van een enkel reeksje waarbij een opgespannen laken als achtergrond fungeerde.

Ik laat al die foto’s hier zien om de getalsmatige impact ervan goed op je te laten inwerken. Of de betreffende modellen (zijn successievelijke partners?) blij waren met ’s mans fixatie op damesondergoed, valt sterk te betwijfelen. Er wordt tenminste op niet één foto gelachen, laat staan zwoel gekeken. Hoe dan ook: ze hebben er alledrie flink wat verkleedpartijen voor over gehad om hem in zijn lustgevoelens tegemoet te komen.

Meer van dezelfde fotograaf vind je hier.

Dat ene glimpje!

Volgende week breng ik een bezoek aan de grote verzamelaar Bert Sliggers, oud-conservator van het Teylers Museum in Haarlem, wetenschapshistoricus en respectievelijk co-auteur van Onder de toonbank | Pornografie en erotica in de Nederlanden en schrijver van het onlangs verschenen De zedeloze jaren dertig.

Bert bouwde gedurende tientallen jaren onder andere een beroemde collectie oude foto’s (en tijdschriften) in het genre van de erotische fotografie op, waarvan hij inmiddels een groot deel heeft overgedragen aan de Koninklijke Bibliotheek. Aangezien hij het verzamelen niet kan laten, blijft hij regelmatig op veilingen kopen: behalve werk van moderne Nederlandse fotografen als Erwin Olaf nog steeds ook prints van de Ostra-studio van de gebroeders Biederer, de Grundworth-studio en die van Yva Richard, alle actief en gezichtsbepalend in het Parijs van de jaren twintig en dertig.

We delen dus dezelfde interesses, zij het dat Bert ondertussen bijvoorbeeld al enige honderden Grundworths bijeenbracht, waar ik al blij ben met een handjevol afdrukjes van voornoemde studio’s. Maakt Bert niet uit: uit het telefoongesprek dat we eerder deze maand met elkaar hadden, wordt wel duidelijk dat we met gemak een hele middag over onze fascinaties kunnen praten.

Ik hoop dat ik bij die gelegenheid onder andere te weten kom aan welke studio/fotograaf hij deze foto toeschrijft. Het zou een Grundworth kunnen zijn, hoewel de anonieme fotografen die voor die firma werkten veel meer op (ronde) damesachterwerken waren gefixeerd. Dat het een Biederer is, valt evenmin uit te sluiten, ofschoon die op hun set veelal op de lesbische en sadomasochistische toer waren. Het zou eventueel ook om een Yva Richard kunnen handelen, maar feit is dat dat modehuis zijn modellen doorgaans herkenbaar en ten voeten uit lieten poseren.

Niet ondenkbaar verder is dat het een print van Wyndham betreft, een fotograaf (of studio) over wie ik nog weinig of niets weet, maar die (als Engelsman?) wel in hetzelfde ‘Entre deux guerres’-tijdperk in Parijs opereerde. Er is vanuit Frankrijk een tweede aankoop naar me onderweg, waarvan ik vermoed dat het een Wyndham zou kunnen zijn. Ze zijn op het gebied van seks en fetisjisme beide aanmerkelijk onschuldiger (dat ene glimpje!) in wat ze toenmalige kopers van dit soort foto’s te bieden hadden. En ze hoeven het daarbij ook veel minder van hun enscenering te hebben dan die van de Biederers, Grundworth en Jules en Nativa Richard.

Enfin, ik kom erop terug zodra die tweede ‘Wyndham’ met de post is gearriveerd, als ik er Bert over heb gesproken, en op andere wijze wat meer te weten ben gekomen over hun mogelijke herkomst.

Over verzamelen

Ik schreef een artikel voor het katern Leven van NRC Handelsblad over de kwestie wat er met een verzameling als de mijne kan/moet gebeuren wanneer ik over een aantal jaren, volgens plan, kleiner ga wonen. Hier goed leesbaar op de NRC-site zelf.

3x Roger Schall

Drie onlangs aangekochte foto’s die worden toegeschreven aan de Franse fotograaf Roger Schall (1904-1995). Hij maakte ze als publiciteitsmateriaal voor het Parijse lingeriemerk Diana Slip (ook wel geschreven als Diana-Slip), dat zijn hoogtijdagen beleefde in de jaren dertig van de vorige eeuw. Net als zijn illustere collega’s (Brassaï, Jean Moral en Germaine Krull) werkte Schall anoniem voor het luxe modehuis, dat was opgericht door een kleermaker die luisterde naar de naam Leon Vidal. Doorgewinterde verzamelaars in het genre van de erotische fotografie in de Années folles kunnen de verschillende stijlen van de genoemde vier fotografen evenwel moeiteloos van elkaar onderscheiden.

Als eerder vermeld ben ook ik me in die fotografie uit die periode gaan interesseren. Als het budget het toelaat, schaf ik van tijd tot tijd vintage prints en RPPC’s in dit specifieke genre aan. De kans om daarbij op originele Diana Slips van Brassaï en van Krull te stuiten, lijkt vrijwel uitgesloten. Maar die van Jean Moral en Schall worden af en toe nog wel op online veilingen aangeboden.

Met name die van Schall, zo weet ik ondertussen, zijn in de regel hartstikke duur. Ze gaan onder de virtuele hamer voor zo’n 600 tot 1000 dollar per stuk, dus ik houd het er maar op dat ik met het verwerven van bovenstaande drie foto’s veel geluk heb gehad. Ik tikte ze voor minder dan dertig euro per afdrukje op de kop bij een Franse handelaar die toch echt wist dat het hier Schalls betreft. Misschien dat ze zo goedkoop weg mochten omdat je er duidelijk aan af kunt zien dat ze al bijna honderd jaar door vele handen zijn gegaan. Een kreukje en een rafelrandje hier en daar moet ik dus op de koop toe nemen.

Vidal was met zijn pikante lingerie de grote concurrent van Jules en Nativa Richard, die onder de naam Yva Richard eenzelfde clientèle van liefhebbers van fetish-kleding en sexy damesondergoed bedienden. Volgens auteur en verzamelaar Alexandre Dupouy heeft Vidal die opponenten uiteindelijk ook te gronde gericht dankzij het veel omvangrijkere distributienetwerk waarover hij beschikte. Waar de Richards het van bestellingen per postorder en damesbezoek op afspraak in hun privésalon moesten hebben, bracht Vidal eigenhandig een hele reeks erotische tijdschriftjes op de markt om daarin zijn spullen aan de man te brengen.

Het weinige dat verder over Vidal en Diana Slip bekend is, staat opgetekend in de diverse boeken die Dupouy over fotografie in het Parijs van de jaren twintig en dertig schreef. Ik heb tenminste in mijn eigen bibliotheek en uit andere bronnen weinig of geen extra informatie erover kunnen vinden. In de in 2018 verschenen monografie Brassaï van Peter Galassie en Stuart Alexander komt diens bijverdienste voor Diana Slip bijvoorbeeld ook maar mondjesmaat aan de orde.

Het neemt niet weg dat ik, na de tentoonstelling en boek For Your Eyes Only, al heel, heel voorzichtig droom van een soortgelijk project waarin de fotografische meesters van de Années folles over het voetlicht komen. Twee Nederlandse Schall-, Grundworth- en Biederer-verzamelaars die ik recent leerde kennen, willen zo’n initiatief alvast wel ondersteunen en het – zo mogelijk – mee naar een internationaal niveau helpen tillen. Allicht moet dan zeker ook Alexandre Dupouy willen aanhaken. Als het coronavirus is bedwongen, hoop ik hem in Parijs een keer te kunnen ontmoeten.

Squaw op de salontafel

Middenformaat-negatief van een squaw in quality time. Uit de jaren zestig/zeventig, schat ik. Het is een van de weinige amateuropnamen in het genre blootfotografie ik die recent aan mijn verzameling heb toegevoegd.

Yva Richard

Foto uit de jaren 1920-1930 van de studio van Yva Richard, mogelijk met opnieuw Nativa Richard als model. Deze afdruk werd ooit door een eerdere eigenaar tamelijk scheef op karton geplakt, maar is daarom zeker niet minder indrukwekkend. Misschien dat je er daardoor zelfs nog wat langer naar blijft kijken (staren?). Ik laat hem ook gewoon scheef inlijsten.

Een Biederer, een Grundworth, een Diana Slip of toch ‘gewoon’ een amateurfoto?

Behalve de studio’s van Jules en Nativa Richard en die van de gebroeders Biederer waren er in het Parijs van de jaren twintig en dertig nog twee namen die eruit sprongen op het gebied van de erotische fotografie. Onder het gezamenlijke pseudoniem Grundworth opereerde op die markt een onbekend aantal heel goede fotografen, en dan had je in diezelfde periode ook Leon Vidal nog. Net als de Richards was hij zelf fabrikant van lingerie en fetisj-kleding onder de merknaam Diana Slip, en daarnaast ook uitgever van allerlei pikante tijdschriftjes.

Grundworth-foto’s worden nog betrekkelijk vaak aangeboden op veilingen. Ze lijken in technische zin sterk op die van de Ostra-studio (van de Biederers), maar onderscheiden zich inhoudelijk daarvan omdat ze menigmaal veel explicieter zijn.

Grossierden de Biederers in voyeuristische ensceneringen en het aanwakkeren van kinky fantasieën (sm, seks met jonge maagden, enz) zonder daarbij de geslachtsdelen van de modellen of de daad zelf in beeld te brengen, op de sets van het anonieme Grundworth-collectief bleef geen taboe overeind: penetraties in alle daartoe beschikbare lichaamsdelen, trio’s, plasseks, enfin noem een obsceniteit en hij werd voor hun camera’s open en bloot aan de kijker voorgeschoteld.

Een stereokaart uit de Ostra-studio of een van Grundworth? Fotografen uit beide stallen schuwden het voyeuristische element bepaald niet, maar volgens kenners was het anonieme Grundworth-collectief wel meer gefixeerd op ronde, dikke konten.

Een en ander neemt niet weg dat handelaren op veilingen dikwijls genoeg toch niet zeker blijken weten of ze nou een Grundworth- dan wel een Ostra-foto aanbieden. In al die gevallen houden ze het maar op een ‘Grundworth/Biederer’, en mag de geïnteresseerde verzamelaar het zelf uitzoeken. Het komt ook voor dat er helemaal niets over de (mogelijke) herkomst van een foto wordt vermeld, zoals in het geval van de foto van de vrouw met de waaier.

Lees verder “Een Biederer, een Grundworth, een Diana Slip of toch ‘gewoon’ een amateurfoto?”

The doctor knows

Dokter Mondo – Aflevering 1

In onze nieuwe reeks, 'Dokter Mondo', schrijven Ted van Lieshout en Romana Vrede voor al uw kwalen een kunstmedicijn voor. In de eerste aflevering heeft een anonieme mevrouw last van een curieuze gewoonte van haar man en adviseert Dokter Mondo een opname in de Kunsthal Rotterdam Animatie door Aisha Madu, doktersjas en receptenboekje door Bruin Parry en Jan Hoek, camera/montage Benjamin Kamps

Geplaatst door vpromondo op Donderdag 22 oktober 2020

Het VPRO-programma Mondo schrijft bij monde van de ‘artsen’ Ted van Lieshout en Romana Vrede kunst voor aan mensen met allerlei noden en kwalen. In aflevering 1: op doktersvoorschrift naar For Your Eyes Only in de Kunsthal!

Bal des Quat’z’Arts, 1930

Groepsportret na afloop van het Bal des Quat’z’Arts, dat van 1898 tot 1966 jaarlijks plaatsvond in de Ecole des Beaux Arts in Parijs. Kunstacademies in de Franse hoofdstad organiseerden soortgelijke verkleedfeesten al vanaf halverwege de negentiende eeuw, maar Quat’z’Arts gold daarvan als het meest tot de verbeelding sprekende.

Toegang was strikt voorbehouden aan eigen studenten, alumni en bekende kunstenaars, en dan nog alleen als ze aan de deur verschenen in een uitmonstering die paste bij de steeds wisselende thema’s van het bal, zoals ‘De barbaren’, ‘Oude civilisaties’, ‘Homerus’ Griekenland’, ‘Olympus’, ‘Carthago’ en ‘De Khmers’.

Bij de entree stond steevast The Black Guard die streng op de dresscode toezag. In het boek ‘City of Pleasure | Paris between the Wars’ van Alexander Dupouy is een aantal oude foto’s van de diverse bals opgenomen. Je kan er onder meer uit afleiden dat menige vrouwelijke student elk thema wel aangreep om topless op de dansvloer te kunnen verschijnen; ja, kom d’r nog maar eens om.

Lees verder “Bal des Quat’z’Arts, 1930”

De Vliegende Kleermaker

François Reichelt, omringd door vrienden en journalisten, luttele ogenblikken voordat hij zich naar de eerste etage van de Eiffeltoren zal begeven, om daar tot ieders ontzetting toch zélf vanaf te springen. Ik had het schokkerige filmpje dat ervan is geschoten al eens gezien in een aflevering van Geert Maks tv-reeks In Europa, en waar ik doorgaans meteen wegkijk bij dit soort beelden staat dit fragment van hooguit een paar seconden nog altijd op mijn netvlies gebrand.

Foto’s van de gebeurtenis zelf zijn er bij mijn weten niet; vermoedelijk konden de camera’s van toen de snelheid waarin die zich voltrok ook nog niet registreren, maar de ogenblikken ervoor en erna zijn wel degelijk in stills vastgelegd. Op Wikipedia zag ik er enkele waarop Reichelt al op de – boven op een tafel geplaatste – stoel is geklommen die hem op min of meer gelijke hoogte met de reling van de Eiffeltoren bracht. Op YouTube is, dan gefilmd vanaf dezelfde plek, aansluitend ook het moment te zien dat hij nog even lijkt te dralen en schutteren alvorens hij zijn sprong in de diepte waagt.

‘Waagt’ is hier, net als trouwens ‘dralen’ en ‘schutteren’, misschien als omschrijving verkeerd, want de laatste woorden van François Reichelt zijn ‘a bientôt!’ geweest, als om te onderstrepen dat hij geen enkele bedenking had over de afloop van zijn claim to fame.

Reichelt, een rond zijn twintigste van Oostenrijk naar Frankrijk geëmigreerde kleermaker, had daar ook wel enige reden toe. In zijn op de vijfde verdieping gelegen, Parijse atelier aan de Rue Gaillon had hij eerder al paspoppen in zelfgemaakte parachutes met wisselend succes naar de stoep laten zweven. Daarna waren ook de keren waarbij hij zelf aan een valscherm naar beneden stortte voor de ‘Vliegende Kleermaker’ klaarblijkelijk beloftevol gebleken.

Lees verder “De Vliegende Kleermaker”

Storytelling met de Biederers

In het Parijs van de jaren twintig en dertig opereerden vier fotostudio’s die in huidige kringen van verzamelaars als toonaangevend in de erotische fotografie van die periode worden beschouwd. In voorgaande stukjes schreef ik al over couturier Jules Richard en zijn partner Nativa (naar verluidt een van zijn naaisters). Onder de merknaam Yva Richard verkochten die twee , behalve badmode, vooral fetisj-lingerie waarin Nativa menigmaal zelf poseerde, terwijl Jules op diens beurt vaak de foto’s nam. Ze werden geplaatst in de postordercatalogi die het paar naar klanten stuurde, maar de opnamen (eerst relatief dure zilvergelatine drukken, later RPPC’s: Real Photo Post Cards) konden door liefhebbers ook los van een zending broekjes, corsetten, kousen en rijglaarsjes worden besteld.

Tegelijkertijd met de Richards waren in de Franse hoofdstad ook de Joodse gebroeders Biederer in hetzelfde fotografische genre actief. Afkomstig uit Moraska-Ostrava in Tsjechië verhuisden Jacques en Charles Biederer begin twintigste eeuw op jonge leeftijd naar Parijs, waar ze zich met hun firma Ostra (afgeleid van hun geboorteplaats) specialiseerden in glamour-shoots van enorme vrouwelijke bilpartijen, van sm-uitspattinkjes en anderszins pikante proeven van storytelling. Zo trok het duo er ook ’s nachts op uit om het fotografische stripverhaal van heksensabbats in het Bois de Boulogne met de camera te kunnen vastleggen.

Om uit handen te blijven van de censor signeerden de Biederers hun werk nooit. Pas in 2007 ontdekte verzamelaar en uitgever Alexandre Dupouy dat een omgekeerd driehoekje met daarin een vraagteken het logootje van hun studio was. In slechts tien gevallen vond hij (in het nationaal foto-archief in Parijs) foto’s waar op de achterzijde ‘Biederer – Paris’ stond vermeld. Maar ook als die twee verwijzingen op foto’s ontbreken, herkent Dupouy de smaken en stijlen van Jacques en Charles toch wel, zo schrijft hij City of Pleasure | Paris between the Wars (Korero Press, 2019). De enscenering, het decor, het licht, de accessoires, de kadrering, de keuze van de modellen, en het papier dat voor de afdruk werd gebruikt: in alles ziet hij de hand terug van de Biederers.

De foto hierboven maakt ook deel uit van dat oeuvre en is er zeer waarschijnlijk een uit een reeksje van twee of meer. Ik zag tenminste een ander exemplaar in het aanbod van een handelaar waarin dezelfde leerlinge in hetzelfde klaslokaal een pak slaag krijgt van haar boze juffrouw. Als pseudo-huiskamergeleerde dacht ik ten behoeve van dit stukje ook nog even haarfijn te kunnen beschrijven waaraan die afstraffing was verdiend, maar dat maakt het krijtbord toch niet helemaal duidelijk.

Lees verder “Storytelling met de Biederers”

Lady Cadogan

De Franse handelaar die deze foto op de veiling aanbood, vermeldde er alleen bij dat het hier een portret van ‘Lady Cadogan’ betreft. Was het niet om de afbeelding zelf dat ik deze foto meteen wilde kopen, dan toch om het bijzondere verhaal dat er wel eens aan zou kunnen zijn verklonken. Ik werd daarin niet teleurgesteld, al valt zeker niet te ontkennen dat een geschiedschrijver die de weg weet in de archieven, en iemand met tijd bovendien, er veel meer uit moet kunnen halen.

Was deze Lady Mary al bij leven en welzijn verstoten door de adellijke, Britse Cadogan-familie waar ze was ingetrouwd? En, zo ja, kwam dat door de pythons en het ringstaartaapje die ze er in haar landhuis in Culford Gardens in Chelsea op nahield? Of had dat eerder te maken met een eveneens inwonende, 28 jaar jongere vriend met wie ze een verhouding zou hebben gehad?

Lees verder “Lady Cadogan”

De mosharige, Circassiaanse beauty Miss This

Nooit gedacht dat het op deze manier nog eens allemaal bij elkaar zou komen. In het oog springende, oude blootportretten van vrouwelijke amateurmodellen interesseren me nu al een jaar of zeven, maar vanaf zekere dag ben ik daar stukje bij beetje ook wat snapshots uit de jaren zestig en zeventig van (geklede) dames met big hair en andere foto’s van markante vrouwen aan toe gaan voegen.

Big Hair. San Juan, dia jaren zeventig (foto uit eigen collectie)

In de tussentijd wakkerde dan ook mijn belangstelling nog aan voor Franse professionele fotografen in met name het interbellum, terwijl ik me deze week ineens ook realiseerde dat ik er onder die vrouwenportretten nu al drie heb van snake charmers, waaronder deze bovenstaande van een Franse fotograaf.

Nu dan een stukje serendipiteit om het specifieke verhaal bij dit portret van ‘Miss This” te kunnen vertellen. Ik ontdekte nog maar onlangs dat ik in de verzamel-‘categorie’ Parijse fotografen van de jaren twintig en dertig toch ook zeker niet om Henri Roger-Viollet (1869-1946) heen kon.

Hij bouwde als fotograaf een indrukwekkend archief op van alle meer of minder historische gebeurtenissen waar hij bij aanwezig was, maar zijn naam leeft ook zeker voort dankzij de door zijn dochter Hélène en haar man Jean-Victor Fischer in 1938 opgerichte Documentation Photographique Général Roger-Viollet op nummer 6, Rue de Seine in Parijs. Het foto-agentschap bestaat nog altijd, het is het oudste van het land en het verkoopt (alleen) de publicatierechten van zo’n zes miljoen foto’s en andere beelddocumenten.

Dit portret van ‘Miss This’, zoals op de achterzijde is genoteerd, kon ik desondanks gewoon als een zilvergelatine print op een veiling kopen. Die achterzijde draagt zowel het stempel van de agence als van Henri zelf, waardoor het niet helemaal duidelijk is of deze nou ook echt de maker was van het portret. Uitgaande van het feit dat de eerste zilvergelatine drukken al in 1880 uit de donkere kamers kwamen, is het in elk geval goed mogelijk.

Enfin, ik dus blij dat ik ten minste één foto van Roger-Viollet in mijn bezit had. Was het aansluitend hooguit nog even online zoeken naar wie nou precies Miss This was. Een danseres uit het Parijse nachtleven allicht, of dan toch een actrice. Maar hoe ik ook googelde, althans digitaal is er niets over iemand onder die (bij)naam bekend.

Lees verder “De mosharige, Circassiaanse beauty Miss This”

Vendeur de ballons

Ondertussen moet vooral niet de indruk ontstaan dat het hier onder een wat andere vlag toch alleen maar over bloot blijft gaan. De erotische fotografie van Yva Richard en aanverwante Parijse studio’s boeien me weliswaar mateloos, maar als eerder vermeld strekt mijn belangsteling zich ook uit naar wat er in de jaren twintig, dertig en daarna nog meer met de camera (en het penseel) in Frankrijk werd vastgelegd. Bijvoorbeeld naar het werk van straatfotografen die ook journalistiek actief waren, onder wie Ronis, Kertesz, Stettner, Doisneau en Cartier-Bresson.

Deze opname van een ballonnenverkoper aan de voet van de Eiffeltoren zou moeiteloos aan een van die vijf kunnen worden toegeschreven, maar het is een onlangs in Frankrijk aangekochte foto van een anonieme maker; ik vermoed uit de jaren vijftig.

Ongenaakbaar en moederlijk tegelijk

De post bracht vandaag Alexandre Dupouys Yva Richard | L’âge d’or du fétichisme, een boek dat in november 1994 verscheen ter gelegenheid van een tentoonstelling over Yva Richard tijdens de Mois de la Photo in Parijs. Bovenstaand portret uit dat bijzondere oeuvre had ik kort ervoor al uit de archieven (Les Larmes d’Eros) van Dupouy aangekocht, en mede gelet op de prijs die ik ervoor heb betaald (mijn duurste foto-aankoop ooit), lijkt het er nu toch echt op dat ik als petit collectionneur vaker zal bezwijken voor wat zich op dit specifieke verzamelgebied nog meer aan moois kan aandienen.

Afgebeeld is hier – opnieuw – Nativa Richard, zijnde de echtgenote, zakenpartner *) en muze van Jules Richard. Samen fabriceerden ze in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw lingerie, badmode en later ook fetish-kleding onder de merknaam Yva Richard. Ze verkochten hun eigen creaties alleen op dinsdagen en vrijdag in hun Parijse salon, en via postorders aan klanten in andere delen van de wereld.

Lees verder “Ongenaakbaar en moederlijk tegelijk”

Het (eerste) ‘meisje van kantoor’

Zoals in het voorgaande stukje al aangestipt, was zijn naaister en echtgenote Nativa (hierboven) als fotomodel de meest prominente muze van Jules Richard. Deze lingeriefabrikant, die als amateur ten minste een deel van zijn catalogi en advertentiecampagnes zelf fotografeerde, gold in het Parijs van de jaren twintig en dertig als dé leverancier van sexy ondergoed voor luxe prostituées en dames uit de hogere kringen. Foto’s die in die tijd onder de initialen van het lingeriemerk Yva Richard (dan wel zonder enige vermelding van die herkomst) op de markt kwamen, zijn al jaren zeer geliefd onder verzamelaars, met navenant hoge prijzen.

Lees verder “Het (eerste) ‘meisje van kantoor’”

Onze man in Parijs

Nativa

Ja, dus. Klopt. Ineens een paar heel a-typische foto’s op dit blog. Voortekenen dat er nieuwe wegen worden ingeslagen. Zeven jaar achtereen waren er hier alleen snapshots en serieus bedoelde naaktstudies van anonieme amateurs te zien. In meerdere opzichten van het woord was dat een gloedvol genre om me in te verdiepen, en mezelf kennende zal ik het onderwerp voorlopig (ook hier) nog niet helemaal kunnen laten rusten. Maar ondertussen weet ik me als verzamelaar toch ook al weer langere tijd geboeid door historische fotografie van een wat andere orde.

Mijn smaak en belangstelling hebben zich gaandeweg bijvoorbeeld verlegd naar het werk van (professionele) fotografen in het interbellum. Meer in het bijzonder: naar de fotografie waarmee het Parijs van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw (de Années Folles) met de camera werd vastgelegd.

De nalatenschap van Brassaï, André Kertesz, Willy Ronis en Robert Doisneau hoef ik op deze plek natuurlijk voor geen enkele fotografieliefhebber meer te herontdekken. Wel verbeeld ik me dat ik een eeuw na dato nog op minder bekende foto’s en verhalen over de toenmalige ‘hoofdstad van de wereld’ kan stuiten die de moeite waard zijn om hier over het voetlicht te brengen.

Café du Progrès, Montmartre (onbekende fotograaf)

Er zullen in hun tijd per slot van rekening toch heel veel meer (beroeps)fotografen zijn geweest die door min of meer hetzelfde Parijs hebben gedwaald als bovengenoemde grootheden. Het alledaagse Parijs van de straat, de boulevards en Les Halles, maar ook dat van de cafés, de bistrots, de restaurants en de clubs. Het Parijs van de bohémiens, de kunstenaars en de musici van Montparnasse, Montmartre en Saint-Germain. En niet vergeten het Parijs van de maisons closes en de flaneurs, en dat van de glamour en erotiek.

Lees verder “Onze man in Parijs”

De culinaire invalshoek

De doorgang van zowel de tentoonstelling als het boek lijkt nu toch echt veiliggesteld. Mits er geen rare dingen meer gebeuren, komen de blootfoto’s die ik de afgelopen jaren heb verzameld vanaf september onder ogen van een groot publiek. Tot half januari 2021 is een selectie van zo’n 700 vintage prints onder de titel For Your Eyes Only te zien in Kunsthal Rotterdam, en over een paar maanden al verschijnt dan ook het gelijknamige boek.

Ik was vandaag in de Kunsthal om er de eerste paar honderd foto’s te brengen. De komende weken zullen ze worden ingelijst zoals ik het me had voorgesteld: achter UV-werend plexiglas en met fotohoekjes opgeplakt op museumkarton, en op dezelfde wijze gerubriceerd als in het boek:

  1. Aaibaar voyeurisme
  2. Garçonnes, flappers en andere Nieuwe Vrouwen
  3. De blootfotograaf op eigen terrein
  4. Naar buiten
  5. De pin-up van zijn dromen
  6. Herr Schnappschuss
  7. Gewoontedieren en serial shooters
  8. Speciale gelegenheden
  9. De wanhopige blootfotograaf
  10. De liefdesgodin met even niet zo’n zin
  11. Happy endings

Tussen de lange, dubbele stroken plexiglas komen uitvergrotingen van foto’s/negatieven die conservator Shehera Grot als eyecatchers heeft uitgekozen. Voor veel andere foto’s, glasnegatieven, oude camera’s en andere fotografische parafernalia is er dan nog plek in de vitrines van de expositie en op de met nostalgische ‘huiskamermuur’, die we vol (gevulde) oude lijstjes van de rommelmarkt hangen. De dia’s uit de collectie worden straks doorlopend in een aparte ruimte van Hal 4 geprojecteerd.

Ondertussen ontvang ik nog altijd foto’s die ik in menig geval al maanden geleden heb aangekocht. Sommige zijn al vanaf april onderweg, want met name in de VS heeft de coronacrisis tot enorme vertragingen bij U.S. Mail geleid. Ook de Russische posterijen maken geen haast met het over de grens sturen van brieven en pakjes, maar dat verbaasde me ook vóór COVID 19 al niks.

De vier foto’s hierboven maakten een langdurige reis vanuit Oostenrijk. Het serietje moest en zou op de valreep nog aan de verzameling worden toegevoegd, omdat het in lulligheid en onbeholpenheid de kroon spant. Hoewel bezoekers en lezers van For Your Eyes Only straks hopelijk zullen beamen dat expo noch boek de draak steken met het genre (en in het bijzonder met vrouwen die zich voor foto’s als deze leenden), wil ik hier en daar toch wel een contrapunt tussen al die braafheid aanbrengen.

Komen ze ook uit Oostenrijk? Als ik niet had geweten dat ze daarvandaan gestuurd zijn, had ik durven zweren dat het een opnamesessie van Oost-Duitse signatuur betrof. De foto’s krijgen hoe dan ook een plekje in de sectie ‘Herr Schnappschuss’, waarin, behalve het oeuvre van (Oost)Duitse blootfotografen, ook de sterk daarmee verwante snapshots en ‘naaktstudies’ van andere amateurs uit Oost- en Midden-Europa zijn opgenomen.

The Most Wonderful Time of the Year

Ik kom er over de volgorde waarin dit serietje werd geschoten niet helemaal uit. Mij zou het logisch lijken als deze oudere mevrouw in haar oude, gebloemde duster op kerstavond was verrast met een nieuw sexy nachtsetje, zijnde het doorkijk-huispak dat ze op de volgende dia’s showt. Maar ja, dat heeft ze op het eerst afgebeelde portretje van d’r dus ook al aan.

Het kan dus ook de laatste foto van de reeks zijn. Die waarop ze nog even nageniet van de feestelijk opgetuigde denneboom, maar zich ondertussen al wel weer wat decenter in haar ponnetje heeft gehuld. Blijft bovendien de vraag waarom iemand onder zo’n spannende onesie dan ook nog wit ondergoed aan heeft. Maar zo had de blootfotograaf het niet bedoeld!

Inspiratie voor blootfotografen/muziekfans: afgaand op de voorste hoes van de lp-collectie lag op de platenspeler vermoedelijk het sfeervolle ‘Christmas with the Christies’ van The New Christie Minstrels.

Zeg het met bloemen

Ik weet nog niet precies of en hoe dia’s zullen worden gepresenteerd op de tentoonstelling. De gedachte bij Kunsthal-curator Shehera Grot, ontwerpster Masja van Deuren en mij is vooralsnog om een aparte donkere ruimte in hal 4 te bestemmen voor een doorlopende vertoning ervan. Het zal in hooguit een enkel geval zo zijn dat er ook een moderne print van te zien is, omdat we boven alles willen dat de getoonde snapshots, polaroids en bijvoorbeeld de sjiekere blootfoto’s op Velox- of barietpapier in For Your Eyes Only vintage zijn. Dus daterend uit de tijd dat ze door een fotograaf of een lab werden afgedrukt.

Dt zijn twee dia’s uit de VS die ik daarom vooral ook aankocht voor opname in het gelijknamige boek, en dan bedoeld voor de sectie ‘Bloemenmeisjes’ in het hoofdstuk ‘De pin-up van zijn dromen’. Net als knuffels en huisdieren figureren er in het blootgenre nogal eens bloemen. Het waren alle attributen waarmee een fotograaf zijn argument kracht mee kon bijzetten dat het hem niet om lust, porno of bloot pur sang te doen was. Maar ongetwijfeld zijn er ook veel vrouwen geweest die om die reden alleen met zulke rekwisieten ‘op de set’ wensten te verschijnen.

Deze mevrouw was dan tegelijkertijd ook weer niet de allermoeilijkste. Bij gebrek aan verse bloemen in huis voldeden voor deze sessie ook twee plastic rozen.

Schitterende mislukkingen

De foto’s in het eerste rijtje zijn prints van negatiefjes op 127-mm kleinbeeldformaat . Ze maakten zeer waarschijnlijk deel uit van een serietje rond een rollenspel. Ik heb soortgelijke opnamen van dezelfde vrouw in andere kleding en poses, maar gefotografeerd in omstandigheden die er eveneens op wijzen dat er storytelling mee werd bedreven. Mogelijk waren ze bedoeld voor publicatie in een ranzig seks- of misdaadblaadje, mogelijk ook bedachten de amateurfotograaf en zijn vrouw strikt voor hun eigen genoegen scènes als die hierboven. Ik kocht ze in Engeland en, gelet op het tv-kastje, zullen ze uit de vroege jaren zestig dateren.

De kwaliteit van zowel de negatiefjes als de afdrukken is van dien aard dat ik er op de expositie in de Kunsthal in elk geval niets mee kan. Los nog van het feit dat ze technisch en esthetisch onder de maat zijn, betreft het bovendien nog een setje dat een eigen bijschrift zou behoeven. Op zich geen probleem, maar zoals het er nu naar uitziet word ik straks geacht per thema een algemenere tentoonstellingstekst aan te leveren, zonder dat daarin steeds kan worden ingezoomd op curiosa als deze.

In het bijbehorende boek is daar natuurlijk wel ruimte voor. Ik ben nog altijd druk in onderhandeling om het toch – en op tijd – gepubliceerd te krijgen, en de vooruitzichten zijn niet helemaal ongunstig. Kom ik eerdaags wel weer wat uitgebreider op terug.

De vroeg twintigste-eeuwse negatieven uit het middelste rijtje bleken ook niet dusdanig te restaureren dat ze puntgave prints opleveren, maar mijn verzamelaarshart smelt toch wel van dit beeldrijmpje. Hoewel het absoluut niet mijn bedoeling is om alle bijeengebrachte foto’s voor zowel de tentoonstelling als het boek met photoshop of andere middelen op te (laten) pimpen, kan ik me voorstellen dat enige editing wel van pas komt bij de gereproduceerde opnamen van glasplaten, negatieven en dia’s die in groot formaat aan de vintage afdrukken worden toegevoegd.

De laatste foto komt van zo’n glasplaatnegatief, en daarin heeft de fotograaf (dan wel zijn model of iemand anders) zelf bewust de hand gehad in de beschadiging ervan. Hij deed dat op dezelfde manier als de roemruchte Amerikaanse fotograaf E.J. Bellocq (of, opnieuw: iemand die zijn werk onder ogen kwam) dat menigmaal deed: door het gezicht van een afgebeelde vrouw weg te krassen.

Ik zal tezijnertijd nog wel eens wat schrijven over deze Bellocq, uit wiens oeuvre ik een paar fotogravures heb, maar google ‘m en je treedt een strijdperk binnen waarin nu al vijftig jaar lang door kunst- en fotohistorici, feministen, schrijvers, filmers en andere vorsers wordt gekissebist over de ‘kwestie Bellocq’.

Was hij als veronderstelde hoerenloper zelf de man die de prostituées die hij in New Orleans bezocht op zijn foto’s onherkenbaar maakte? Waren het de dames die op deze manier ingrepen als ze hun portretten eenmaal te zien kregen? Waren het zijn erven die aldus uit de problemen wensten te blijven?

Het is overigens nog maar één los eindje in het mysterie én de discussie rondom de persoon Bellocq. Waar hij in romans, poëzie, films en museale presentaties is bewierrookt als een soort Vincent van Gogh van zijn era (begin twintigste eeuw), krijgt hij in het huidige politiek-correcte tijdperk ook de wind vol van voren van feministen die hem als een fotografisch roofdier en een misbruiker van weerloze vrouwen wegzetten.

Portret van E.J. Bellocq

Zondagnamiddag

Petite striptease, aangekocht uit de VS. Ik ben, onder veel meer, altijd weer nieuwsgierig naar de gelegenheid of de dag van de week dat een blootfotograaf zijn geliefde bereid vond om aan een fotosessie als deze mee te werken.

Het zal met mijn eigen ervaringen terzake te maken hebben dat ik 1) veronderstel dat de meeste stripteases plaatshadden op luie en misschien enigszins door landerigheid geplaagde zondagnamiddagen, en 2) dat eraan voorafgaand ook al wel een glaasje van het een en ander was genuttigd.

Maar je weet het niet, natuurlijk. Vind en vraag het ze maar eens: al die opa’s en oma’s wereldwijd die met het bijltje hebben gehakt. Reacties van blootfotografen en/of amateurmodellen uit die generatie zijn dus uiteraard zeer welkom.

Kwetsbaar

Als een man al sexy voor de camera poseerde dan was dat doorgaans als atleet, als stoere krijger, in zijn hoedanigheid als soldaat (met name de nazi’s legden elkaar ‘in het veld’ veel bloot vast), of – lachen! – in travestie. Een enkele keer liet een vent zich ook nog wel eens in een snapshot vangen op het moment dat hij bijvoorbeeld bloot in de badkamer stond of op de wc zat.

Foto’s van heren met een terugkerende aandrang om zich in vrouwenkleren te hullen, en zeker ook transgenders, vormen in het blootgenre uitzonderingen op genoemde stereotypen van het gewaagde mannenportret. Foto’s die voor eigen gebruik lijken te zijn gemaakt, hebben altijd iets kwetsbaars. Dit is een afdruk van een negatief dat ik in de VS aankocht . Ik kan er lang naar kijken. Het zou zomaar een opname van Diane Arbus kunnen zijn geweest, nietwaar?

From Hungary with love

Ik heb me voorgenomen met het verzamelen van blootfoto’s te stoppen wanneer de tentoonstelling For Your Eyes Only (september 2020-januari 2021, Kunsthal Rotterdam) eenmaal achter de rug is. De collectie verbreden en verdiepen zou anders zo maar tot een persoonlijk faillissement kunnen leiden, aangezien ik nu al jarenlang elke dag wel weer nieuwe foto’s op veilingen zie die ‘in het geheel eigenlijk niet kunnen worden gemist’.

Ik vond laatst bijvoorbeeld echt voor het eerst een foto van een bruid die haar trouwjurk optrok om de kousenband daaronder aan haar fotograaf te tonen. Indachtig de wijdverbreide (westerse?) traditie om je voor een huwelijksvoltrekking met zo’n stukje lingerie van je aantrekkelijkste kant te laten zien, zou je denken dat er honderden, duizenden van zulke amateurfoto’s zijn gemaakt. Maar ik ben er tot voor kort dus nooit ook maar eentje zoals deze hieronder tegengekomen (het is een portret van ‘Heather’ staat op de achterkant ervan, en het komt uit de VS).

Lees verder “From Hungary with love”

Favoriet

Ja, laat dit maar de foto zijn op de affiches en de uitnodigingskaarten is afgedrukt wanneer For Your Eyes Only in Kunsthal Rotterdam te zien is. Laatste nieuws is dat de tentoonstelling (blootfotografie door amateurs, 1870-1980) gewoon op de agenda voor september e.v. blijft staan, dus dat er vooralsnog niet van uitstel sprake is vanwege de coronacrisis.

Dit portret op glasnegatief komt in elk geval groot in de zaal te hangen, want alles wat ik zo mooi en aandoenlijk vind in het genre zie je erin terug: de vaak wat schutterige en niet al te toegeeflijke wijze waarop vrouwen bloot of anderszins sexy voor de camera van hun man poseerden, de meewarigheid die ze op zo’n moment ook gratis mee verpakten in hun blikken, het hoge gehalte aan alledaagse huiselijkheid waarvan zo’n gewaagde blootfoto bewust of onbewust toch ook getuigde.

Bovendien is dit dan ook nog een foto uit de jaren twintig, ofwel de Roaring Twenties, ofwel de Jazz Age: mijn favoriete tijdperk als het om dit type foto’s gaat. Ik las in twee dikke genderstudies dat dat de era was waarin ‘de nieuwe vrouw’ haar opwachting in het straatbeeld, de film, de media, de literatuur (The Great Gatsby) en de reclame maakte, en die vrijmoedigheid kun je ook op snapshots en naaktstudies in huis, tuin, bed, bad, bos, duin & keuken uit die jaren terugzien.

Het viel bepaald niet mee om deze honderd jaar oude opname tevoorschijn te toveren in de kwaliteitsscan die je hier ziet, zodat mijn dank aan de man die de klus klaarde, fotograaf en ambachtsman Pieter Vandermeer, groot is.

1953

In Duitsland aangekocht, met op de achterkant de aantekening ‘1953’ in potlood. Klein formaat foto, dus een tamelijk betrouwbare vingerwijzing dat hier toch echt een opname van een amateurfotograaf en een dito model betreft. En wat voor een/twee!

Frau Schnappschuss

Een stevig hoofdstuk in For Your Eyes Only is gewijd aan Herr Schnappschuss: de typisch-Duitse blootfotograaf. Tot aan de bouw van de Muur kwamen de stijlen van amateurs uit de BRD en DDR aardig met elkaar overeen, erna kreeg de blootfotografie van Ossies een heel eigen en uniek karakter, zoals ook deze foto van Frau Schnappschuss naast de Trabant zou kunnen aantonen.

Tijdschriften en films met verderfelijk erotisch en pornografisch materiaal van westerse herkomst waren er verboden. Wel was het inwoners van de ‘Boerenrepubliek’ toegestaan om natuurlijk bloot met de camera vast te leggen. Een en ander heeft er mede toe geleid dat Oost-Duitse blootfoto’s decennialang verstoken bleven van bijvoorbeeld zoiets als glamour.

Benen!

Moeilijk te zeggen welke lichaamsdelen van hun vrouwen voor amateurfotografen getalsmatig nou de meeste blootfoto’s hebben opgeleverd. Die waarbij het de maker in de plaats om haar schitterende benen ging, zijn relatief moeilijk te vinden en daardoor ook zeer geliefd bij verzamelaars. Je betaalt er op veilingen de hoofdprijs voor. La Compagnie des Snapshoters, een Frans gezelschap van collectionneurs, heeft aan de collectie benenfoto’s van clublid Florian Vigneron recent een mooi boekje gewijd onder de titel Croisees Decroisees dat via lacompagniedessnapshoters.com voor een luttel bedrag te koop is.

Vigneron heeft aan mij een alerte concurrent als het op het verwerven van mooiebenenfoto’s aankomt, want het zijn esthetisch gezien niet zelden ook opnamen van een blootfotograaf met verstand van zaken. Dit is een recente aanwinst en een van mijn overall favoriete foto’s in mijn eigen verzameling.